De lange arm van Bernhard | ‘Ouders en zusters’ De Roy van Zuydewijn ook onderzocht

Voor De Groene Amsterdammer | Publicatiedatum: woensdag 27 november 2013

Volgende week debatteert de Tweede Kamer over de affaire-De Roy van Zuydewijn. Centrale vragen: is de ex-man van prinses Margarita nodeloos het leven zuur gemaakt? Wie gaf hiervoor de opdracht? De Groene kreeg als eerste inzage in een ‘zeer vertrouwelijk’ document.

De verklaring is ‘naar waarheid’ afgelegd door August Willem Gerard Marie Appels, in 2003 hoofd van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB), onderdeel van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Appels beschrijft de activiteiten van zijn dienst in de ‘kwestie’ van ‘Hare Hoogheid Prinses Margarita en de heer E.K.W. de Roij van Zuydewijn’.

De twee raakten in 1998 dolverliefd, verloofden zich een jaar later en trouwden in 2001. De eerste twee jaren leken de Oranjes het nieuwe paar te omarmen. Vanaf eind 2000 werd vooral De Roy van Zuydewijn volgens eigen zeggen genegeerd en geschoffeerd. Bovendien werd hij bij voortduring in de gaten gehouden.

Prinses Margarita en later ook De Roy van Zuydewijn zochten anderhalf jaar lang steun en hulp bij koningin Beatrix, premier Kok en de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Toen die hardnekkig de boot afhielden, luchtten zij begin 2003 uitvoerig hun hart in het weekblad HP/De Tijd. Het gevolg was een enorme rel die tot op de dag van vandaag voortduurt en zelfs volgende week maandag ter discussie staat in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de begroting van het koninklijk huis. Het debat, dat twee maanden is uitgesteld, volgt nadat premier Rutte in zijn antwoord op schriftelijke Kamervragen van SP en D66 tot twee keer toe alleen verwees naar een Kamerbrief van 10 maart 2003 van zijn voorganger Jan Peter Balkenende.

Appels’ verklaring, waaruit De Groene Amsterdammer als eerste kan citeren, levert nieuwe munitie voor de kritische Kamerleden. Het hoofd van de DKDB maakt namelijk gewag van ‘een oriënterend informatie-onderzoek’ dat zijn geheime dienst ‘eind november 2000’ verrichtte ‘naar de persoon van De Roij van Zuydewijn’ omdat deze, via zijn huwelijk met Margarita, zou toetreden tot de koninklijke familie. De tekst beslaat maar één A4’tje. Toch is hij om drie redenen van belang. Om wat er te lezen valt. Om wat er niet (meer) te lezen valt. En vanwege de datering.

Om met het laatste te beginnen: Appels stuurde zijn verklaring op 4 maart 2003, zes dagen voor de Kamerbrief van Balkenende. De voormalige premier maakt in deze brief echter geen gewag van Appels’ saillante mededeling: behalve Edwin zelf werden ook diens ‘ouders en zusters’ door de DKDB bespioneerd, en dat betekent in principe privé én zakelijk. Edwins vader was in 1978 overleden, en zijn moeder was in 2003 71 jaar oud – niet de leeftijd waarop mensen een nieuwe uitdaging aangaan als vijand van de staat. Toch staat er echt ‘ouders’. Weliswaar ‘slechts’ in verband met de ‘verificatie’ van hun ‘personalia’ in de Gemeentelijke Basis Administratie. Maar drie regels verder is sprake van ‘naslag bij de toenmalige BVD (nu AIVD)’. Deze veel grotere en belangrijkere zusterdienst van de DKDB was al in januari 2000 een eigen onderzoek naar Edwin begonnen. Dat vertelde Balkenende wél in zijn brief aan de Tweede Kamer. Het ligt voor de hand dat ook Edwins ouders en vier zussen in de ‘naslag’ bij de BVD werden betrokken. Minder logisch is een DKDB-onderzoek dat zich, tien maanden na de BVD, beperkt tot het opvragen van persoonsgegevens.

Appels vertelt niet expliciet wanneer en van wie hij de opdracht kreeg tot het DKDB-onderzoek. In de tekst is op een aantal plekken de weglakstift gebruikt om teksten onleesbaar te maken, zoals ook gebruikelijk bij de uitvoering van de Wet Openbaarheid van Bestuur. ‘Eind november 2000’, zo begint de tweede alinea, ‘heeft het toenmalige hoofd van de DKDB, in aanwezigheid en ten behoeve van zijn plaatsvervanger, een [weggelakt – hier heeft vermoedelijk gestaan: kennismakings-] gesprek gehad [lange passage weggelakt].’ Tijdens dat gesprek kwam de liefde tussen Margarita en Edwin aan de orde, die toen al vrij zeker leek uit te lopen op hun latere huwelijk. Uit de naslag bij de BVD ‘bleek een aantal bijzonderheden, [lange passage weggelakt]’. Verderop heet het: ‘Onbekend is of en op welke wijze door HDKDB (Appels – red.) terugkoppeling is gegeven [lange passage weggelakt].’

Balkenende’s Kamerbrief en alle andere officiële documenten wekken de indruk dat het onderzoek naar De Roy van Zuydewijn standard procedure was, maar dat is niet zo. Nadat het eerste BVD-onderzoek een ‘ernstig vermoeden’ had doen rijzen dat hij een gevaar was voor de staatsveiligheid besloot de BVD Edwins dossier bij de Amsterdamse Sociale Dienst te lichten, waar hij ooit, tussen twee banen in, korte tijd een uitkering had ontvangen. Bovendien werden de onderzoeksresultaten gedeeld met Carlos Hugo de Bourbon de Parme senior, Edwins aanstaande schoonvader, en met Carlos Hugo junior, zijn aanstaande zwager. En dat terwijl beiden een uiterst problematische relatie met Margarita onderhielden. Wat dat ‘ernstige vermoeden’ van Edwins staatsgevaarlijke karakter ook behelsde, alle onderzoek leverde niets op wat tot nadere actie noopte. Zakelijk noch privé, in zijn heden noch in zijn verleden. Wouter Bos, die de onderzoeksrapporten inzag als lid van de ‘commissie-Stiekem’, heeft dat destijds ook bevestigd.

In Balkenende’s Kamerbrief van 10 maart 2003 stond nog een terloops zinnetje: ‘Later is ook ZKH Prins Bernhard geïnformeerd.’ Dit voedde de verdenking dat Bernhard en/of koningin Beatrix de gangmakers waren van de onderzoeken in Edwins heden en verleden. Balkenende hield echter vol dat de directeur van het Kabinet der Koningin, Felix Rhodius, de opdracht had gegeven, ook al was hij net als de koningin niet bevoegd dat te doen.

De brief riep nog meer vragen op. Zo zou Rhodius slechts de resultaten van het onderzoek hebben gedeeld met Bernhard en de beide Carlos Hugo’s, niet het onderliggende materiaal. Maar in HP/De Tijd had Margarita verteld hoe haar vader Edwin aan een kruisverhoor had onderworpen. Carlos Hugo senior bleek het dossier van de Sociale Dienst, dat Edwin zelf nooit had ingezien, tot in de meest persoonlijke details te kennen.

Ook is het zeer twijfelachtig of het onderzoek naar De Roy van Zuydewijn ooit is ‘geëindigd’, zoals Balkenende schreef. Vlak na diens brief, in april 2003, werd hij geschaduwd door een privé-detective van het bureau K-2, voor een programma van SBS. Tot zijn verbazing kon de K-2-speurneus aansluiten: vóór hem liepen agenten van een geheime dienst, vertelde hij later aan advocaat Mark Meijjer. Zelfs vorig jaar nog kregen Edwin en zijn trouwe hond Pablo tijdens een treinreis vanuit Milaan ongevraagd gezelschap van een ambtenaar van het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Veiligheid, zo meldde onlangs NRC Handelsblad. Deze Michele Rossini overhandigde zijn visitekaartje en fotografeerde Edwin en Pablo. Op verzoek van Rossini’s Nederlandse collega’s.

De aanhoudende staatsbemoeienis was voor De Roy van Zuydewijn reden om de nationale ombudsman tot twee keer toe te vragen de zaak te onderzoeken. De eerste poging liep schipbreuk op de afwijzende houding van de ombudsman, Roel Fernhout. Fernhout demonstreerde zijn ‘onafhankelijkheid’ door de staat die hij geacht werd te onderzoeken werkelijk van iedere stap op de hoogte te houden. Zelfs zijn voornemen om Edwin een uittreksel te sturen van zijn besluit om geen onderzoek in te stellen, meldde Fernhout eerst aan premier Balkenende en Eef Brouwers, hoofd van de Rijksvoorlichtingsdienst.

Fernhouts opvolger Alexander Brenninkmeijer had er aanvankelijk meer zin in. Op diens verzoek schreef De Roy van Zuydewijn in de zomer van 2008 een lijvig rapport over wat hij allemaal had meegemaakt. Samen met zijn advocaat Mark Meijjer overhandigde hij ook een lijst met getuigen die zijn verhaal konden staven. Over en weer was er goed contact, totdat Brenninkmeijer vanaf augustus 2009 ineens onbereikbaar bleef. Een paar maanden later meldde de ombudsman out of the blue aan Meijjer dat hij zijn onderzoek ging afronden omdat Edwins zaak ‘een uitgeknepen citroen’ zou zijn. De belangrijkste getuigen die Edwin en diens advocaat hadden aangedragen, waren echter nog niet gehoord. Op de valreep gebeurde dat alsnog. Pas veel later vertelde een van hen dat het verhoor niets had voorgesteld. Brenninkmeijer had alle hamvragen opzichtig laten liggen. In zijn openbare rapport, dat begin 2010 verscheen, verklaarde hij Edwins klacht ‘niet gegrond’.

Het Openbaar Ministerie spande de afgelopen tijd wel drie strafzaken aan tegen De Roy van Zuydewijn. Twee zaken zijn inmiddels geëindigd in een sepot met code 01, hetgeen wil zeggen dat hij ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Voorzover bekend is nooit eerder voorgekomen dat twee strafzaken tegen één individu uitliepen op zo’n 01-sepot, zo meldde een woordvoerder van het OM. Inmiddels heeft De Roy zijn proceskosten in deze twee zaken, bij elkaar 32.000 euro, door de staat vergoed gekregen.

De derde strafzaak gaat over een factuur uit 2001, die De Roy van Zuydewijn, toen nog succesvol ondernemer, zou hebben gedeclareerd voor werk dat hij nooit had verricht. Pas in 2012, één dag voordat de zaak zou verjaren, besloot justitie hem te vervolgen voor valsheid in geschrifte. Ook in deze laatste zaak ontbreekt volgens De Roy van Zuydewijns strafrechtadvocaat Gabriël Meijers ‘elk bewijs’. Desondanks veroordeelde de Amsterdamse rechtbank De Roy van Zuydewijn tot een taakstraf van honderd uur. De advocaat stelde meteen hoger beroep in, waarin hij wel verwacht gelijk te krijgen.

Over het hoe en waarom van de overheidsonderzoeken naar De Roy van Zuydewijn moet premier Rutte zich op maandag 2 december in de Tweede Kamer verantwoorden. Wie de aanstichter is kwam echter dit voorjaar al naar voren in de Beatrix-biografie van Jutta Chorus. Daarin vertelt oud-hoofdredacteur van de Volkskrant Pieter Broertjes hoe Bernhard al begin 2000 over Edwin dacht: ‘Een vijandig projectiel dat onschadelijk moet worden gemaakt.’ Een van de lange weglakruimtes in de verklaring van DKDB-chef Appels biedt tot op de spatie nauwkeurig plaats aan ‘Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard’.

Medium 20030304 20kopie 20verklaring 20appels

Het vertrouwelijke document van de DKDB – download gif document

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -