De lokale omroepen zijn hun ‘sigaar uit eigen doos’ definitief kwijt. Voor zijn Tijdelijk Steunfonds Lokale Informatievoorziening haalde minister Slob twee potjes leeg met in totaal 7,5 miljoen euro die eerder waren geoormerkt voor de lokale omroepen. ‘Ik ga er nog steeds van uit dat die potjes later dit jaar weer worden aangevuld’, zei Marc Visch van hun branche-organisatie NLPO eerder tegen Ramaer’s Report. Maar dat gaat niet gebeuren, zo maakte de minister dinsdag 26 mei duidelijk tijdens een wetgevend overleg met de Tweede Kamer.
Voor zijn steunfonds zette Slob bestaande potjes in om zo snel mogelijk te kunnen helpen, zo herhaalde hij dinsdag nog eens tegenover de mediawoordvoerders van de Kamerfracties. Lokale media zijn zwaar afhankelijk van inkomsten die zij door de lockdown pardoes voor 30 tot 70 procent zagen verdampen: advertenties van lokale bedrijven, en betaalde registraties van publieksevenementen zoals festivals en marathons. De urgentie van de crisis rechtvaardigde de inzet van gelden die eerder waren bestemd voor andere doeleinden, betoogde Slob.
Voor het steunfonds leverden de lokale omroepen 7,5 miljoen euro in, waarvan zij 2,4 miljoen terugkregen
Bovendien, zo zei de minister dinsdag tegen de Kamerleden, ‘is het geld uiteindelijk wel bij diezelfde lokale media terechtgekomen’. Voor de lokale omroepen is dat echter maar zeer gedeeltelijk het geval. Van de 7,5 miljoen die zij zagen verdwijnen, hebben zij via het steunfonds slechts 2,4 miljoen euro teruggekregen, zoals Ramaer’s Report maandag 25 mei onthulde. Villamedia publiceerde diezelfde dag een verkorte versie van dat verhaal. Tijdens de eerste ronde uitkeringen door het steunfonds vloeide 6,9 miljoen euro publiek geld naar commerciële bedrijven: uitgeverijen van huis-aan-huis-kranten. De resterende 1,6 miljoen in het steunfonds gingen tijdens een tweede ronde, die maandag 25 mei sloot, zelfs geheel aan de lokale omroepen voorbij.
Naast de 7,5 miljoen voor lokale omroepen haalde Slob voor zijn steunfonds ook een potje met 3,5 miljoen euro leeg dat eerder was geoormerkt voor onderzoeksjournalistiek. Dát geld komt later dit jaar ‘gewoon weer terug’ naar zijn oorspronkelijke bestemming, zo zei de minister dinsdag tijdens het wetgevend overleg met de Tweede Kamer. Het Tijdelijk Steunfonds omvat in totaal 10,9 miljoen euro, na aftrek van een ton aan uitvoeringskosten voor het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ), dat het steunfonds beheert.
De lokale omroepen toonden er begrip voor dat de minister bestaande potjes heeft aangesproken, al betitelden zij het steunfonds wel als ‘een sigaar uit eigen doos’. Minder goed begrijpen zij de scheve verdeling ervan. Die klemt te meer vanwege de zwakke financiële positie van de lokale omroepen, die al jaren bekend is. ‘De huidige financiering en financieringssystematiek van lokale omroepen is niet geschikt om een volwaardige lokale omroep in stand te houden’, constateerden de Raad voor Cultuur (RvC) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in september vorig jaar in een ‘briefadvies’ aan de ministers Slob van Media en Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Van 1,28 euro per huishouden kan een lokale omroep ‘geen fatsoenlijk journalistiek aanbod realiseren’
Nationale en regionale publieke omroepen worden gefinancierd vanuit Slobs mediabegroting. De 262 lokale omroepen moeten het doen met jaarlijks tien miljoen euro van BZK, die via het Gemeentefonds wordt verdeeld over de 355 gemeenten. Die worden geacht 1,28 euro per bereikt huishouden aan hun lokale omroepen uit te keren. Maar volgens het briefadvies hééft 10 procent van de gemeenten niet eens een lokale omroep, en geven die het geld dus aan iets anders uit, en betaalt 30 procent minder dan die 1,28 euro. Los daarvan ‘kun je van 1,28 euro per huishouden ook in de grotere gemeenten geen fatsoenlijk journalistiek aanbod realiseren’, benadrukt Eric Horvath, directeur van Dtv Nieuws, de lokale omroep voor Oss, Den Bosch, Uden en Bernheze.
De lokale omroepen en hun branche-organisatie NLPO bepleiten al zes jaar vergeefs in Den Haag om hen eveneens in de mediabegroting op te nemen, zodat zij tenminste krijgen waar zij recht op hebben. Daarnaast voeren de grotere lokale omroepen, die allemaal een redactie hebben van professionele journalisten in vaste dienst, actie onder het motto ‘dertig voor tachtig’. Slob zou ieder jaar dertig miljoen euro moeten vrijmaken in zijn mediabegroting voor tachtig nieuw te vormen ‘streekomroepen’, opgebouwd rond de beste en grootste lokale omroepen als ‘moederschepen’, met de kleinere locals in hun gebied als hun satellieten. Dat komt neer op gemiddeld 375.000 euro per omroep – nog steeds een bescheiden bedrag, vergeleken met de 11,5 miljoen per regionale omroep.
Twintig lokale omroepondernemers besloten niet langer te wachten op de Haagse politiek, en zelf alvast een streekomroep te formeren. Maar dat brengt ook hogere kosten met zich mee. Wat er dan kan gebeuren, ondervond vorig jaar 1Twente, een van die twintig streekomroepen, en drie keer uitgeroepen tot de Beste Lokale Omroep van Nederland – in 2011, 2012 en 2019. Eerst bevroor de gemeente Enschede de subsidie in plaats van die stelselmatig te verhogen, zoals hij eerdere jaren had gedaan. Vervolgens liep 1Twente aanzienlijke inkomsten mis door de degradatie van FC Twente. Bij elkaar keek directeur Flip van Willigen ineens tegen een gat aan van vier ton in zijn begroting van ongeveer een miljoen euro. Een bankroet kon hij op het nippertje voorkomen.
Streekomroep 1Twente, nota bene drie keer de Beste Lokale Omroep van Nederland, ging vorig jaar bijna failliet
Van Willigen ging de pandemie in met een budget dat was geslonken tot 850.000 euro, waarvan de gemeente Enschede slechts een ton bijdraagt. De bulk van zijn begroting moet hij zien te verdienen met reclame en betaalde registraties voor derden. ‘Door de lockdown derven wij maandelijks 35.000 euro aan inkomsten’, vertelt de directeur van 1Twente.
In hun briefadvies dringen ook de RvC en ROB er bij Slob op aan de lokale omroepen op te nemen in zijn mediabegroting. Beide raden omarmen tevens de ‘dertig voor tachtig’-actie. ‘Wij adviseren de streek-/ lokale omroepen vanuit de mediabegroting van het Rijk te bekostigen. Dit betekent dat het totale budget dat nu als richtsnoer geldt wordt overgeheveld van het gemeentefonds naar de mediabegroting van het ministerie van OCW. Vervolgens dient iedere toegelaten streek-/ lokale mediaorganisatie het volgens de richtsnoer vastgestelde bedrag te krijgen, aangevuld met een nader vast te stellen bedrag dat als vaste voet wordt bepaald.’ (Cursivering door de auteur van dit artikel.)
In plaats van dat advies op te volgen, heeft de minister nog een advies besteld, dit keer alleen bij de ROB, dat in oktober van dit jaar klaar moet zijn. In de vragen die hij in dat tweede advies beantwoord wil zien, noemt Slob de benarde financiële positie nergens met zoveel woorden. ‘Op welke wijze kunnen volgens u de hierboven beschreven publieke waarden en democratische functies van media en nieuwsvoorziening op lokaal niveau in de toekomst het beste worden gewaarborgd?’, zo luidt de eerste onderzoeksvraag. ‘Op welke wijze moeten media en nieuwsvoorziening op lokaal niveau zich de komende jaren volgens u ontwikkelen om deze publieke waarden en democratische functies te kunnen blijven borgen? Welke rollen kunt u hierin onderscheiden voor overheid, markt en gemeenschap?’, aldus de tweede vraag.
Alleen Kirsten van den Hul van de Partij van de Arbeid vroeg Slob dinsdag tijdens het wetgevend overleg herhaaldelijk om ook expliciet de financiering van de lokale omroepen in het tweede advies te betrekken. De minister antwoordde dat deze kwestie naar zijn mening al besloten ligt in de voornoemde twee adviesvragen die hij aan de ROB heeft gesteld.
Waardeer dit artikel
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.