Beste Sijbolt | Column Economie | Ewald Engelen

Column waarin Ewald Engelen reageert op het ontslag op staande voet van Teun Gautier als uitgever van De Groene Amsterdammer | Publicatiedatum: woensdag
8 januari 2014

Thuisgekomen van een weekje Bretagne trof ik in mijn overlopende brievenbus een schokkende boodschap van de hoofdredacteur van dit onvolprezen weekblad aan. De directeur van De Groene – de onvermoeibare, altijd aanwezige, altijd op nieuwe projecten broedende, altijd rokende, altijd pratende, altijd luisterende, altijd geëngageerde, altijd charmante Teun Gautier – was per direct opgestapt.

Het persbericht sprak van ‘een fundamenteel verschil van inzicht tussen hem en het bestuur en de redactie van De Groene’. De aanleiding? Teun had zomer 2012 Edwin de Roy van Zuydewijn op verzoek van de uitgever van zijn boek over de intimideerpraktijken van de koninklijke familie een kortlopend overbruggingskrediet van zeventienduizend duizend euro verstrekt.

Teun heeft daarbij naar eigen zeggen in de geest van De Groene gehandeld: vrijzinnige journalistiek die schopt tegen de gevestigde macht. Ook heeft Teun de boekhouder van de transactie op de hoogte gesteld. Maar wat Teun – o stupiditeit – in zijn republikeinse druistigheid heeft nagelaten is de hoofdredacteur en het bestuur van zijn beslissing op de hoogte brengen. Xandra was destijds niet bijster geïnteresseerd in het dossier en dus wilde Teun haar hier niet mee lastig vallen. Het zou maar om een korte tijd gaan. En inderdaad stond het volle bedrag even later weer op de bankrekening van De Groene.

Het had allemaal allang onder het stof der vergetelheid kunnen zijn verdwenen als de redactie een dik jaar later niet alsnog onderzoeksjournalist Joost Ramaer op pad had gestuurd. Teun bracht de twee nog met elkaar in contact maar liet weer na Xandra, Joost en de redactie van het krediet te vertellen. In de drukte – de nieuwste loot aan de stam, De Correspondent, hikte tegen lancering aan – straal vergeten, terwijl dit toch echt een uitgelezen moment zou zijn geweest.

Weken later, als de publicatie van het stuk om technische redenen wordt uitgesteld, wordt Ramaer tot zijn verbijstering door een boze De Roy van Zuydewijn met Teuns overbruggingskrediet om de oren geslagen. Hij weet niet wat hij hoort. Ook de redactie reageert – terecht – geschokt. Teun kan zichzelf wel voor zijn kop slaan. Hij beseft dat hij met de billen bloot moet en doet dat met overgave. Het bestuur wordt in allerijl bijeen geroepen en vraagt uitleg. Teun legt een verklaring af en levert zijn portefeuille in. Een paar dagen later is Teuns stupiditeit een breuk geworden: het bestuur heeft hem op staande voet ontslagen.

Waarom, Sijbolt? Ik snap dondersgoed dat de poets van Teun niet door de beugel kan – ook al was de boekhouder op de hoogte en ook al kwam de poet per kerende post retour. Of het pas geeft om als uitgever een bron te financieren die tegelijkertijd dient voor een frontale aanval op het koningshuis, daarover kun je twisten. Niet dat het niet aangaat om dat op eigen houtje te doen. Teun had beter moeten weten en zijn anti-orangistische aandriften in toom moeten houden. Maar deze straf is te streng, Sijbolt, en schaadt De Groene, de journalistiek en daarmee het publieke debat in Nederland.

Strijk over je hart en geef Teun een tweede kans, Sijbolt

 

Laat me je een verhaaltje vertellen, Sijbolt. Er was een tijd dat De Groene vooral geschiedenis was en weinig toekomst; veel Geest van Martin van Amerongen en verder niets. Er werkten de beste journalisten van Nederland maar niemand die het wist. Als abonnee tuurde je naar een journalistiek relict. Het beschimmelde, brandgevaarlijke, onwelriekende pand aan het Westeinde was er de verzinnebeelding van.

Op een goede dag troffen een geniale literatuurwetenschapper met een journalistieke knobbel en een omhooggevallen mavoïst met uitgeeftalent elkaar en besloten de handen ineen te slaan om het opinieweekblad met het indrukwekkendste verleden uit de Nederlandse geschiedenis een gooi te laten doen naar een net zo schitterende toekomst.

En het gekke is, Sijbolt, het is ze gelukt. Terwijl ieder opinieweekblad op apegapen ligt, groeit De Groene, trekt het nieuwe adverteerders en fungeert het witgekalkte pand aan het Koningsplein als kraamkamer van nieuw journalistiek talent. Zie de masterclass onderzoeksjournalistiek van Marcel Metze, zie de prachtige themanummers, zie de nieuwe website, zie de briljante columns van Jesse Frederik en Rob Wijnberg en zie het elan bij oudgedienden.

De breuk kan nog hersteld, Sijbolt. Het vertrouwen bij de redactie is geschaad maar niet verdwenen. Wees zo oudtestamentisch streng als je protestantse zelf zijn wil: zeg Teun dat dit eens maar nooit weer was. Maar strijk daarna over je nieuwtestamentisch hart en geef hem een tweede kans. Voor De Groene, voor de journalistiek, voor Nederland, voor mij.

Om het uit te praten boek ik voor jullie een tafeltje voor twee bij Rijsel waar jullie het honorarium van deze column stuk mogen slaan. Afgesproken?

Met hoogachting.