Digitaal versus papier: hoe de Persgroep met haar btw-afdracht rommelt

Voor Follow the Money | Publicatiedatum: maandag 28 januari 2019

Nederlandse dagbladuitgevers mogen hun lezers het lage btw-tarief in rekening brengen. Online media mogen dat niet: zij moeten over het abonnementsgeld dat ze weten te vergaren, de volle mep afdragen: 21 procent btw. Dat verschil in behandeling steekt al jaren. Uit onderzoek van FTM blijkt dat sommige dagbladuitgevers bovendien nogal creatief omgaan met het verschil tussen ‘papieren’ nieuws en ‘digitaal’ nieuws, en zo hun eigen btw-afdracht danig weten te drukken.

DIT STUK IN 1 MINUUT
  • Het lage btw-tarief van 9 procent geldt exclusief voor gedrukte media: papieren kranten en tijdschriften. Online media De Correspondent en Follow the Money zijn verplicht hun leden het hoge tarief van 21 procent btw in rekening te brengen.
  • Een  toenemend populaire abonnementsvorm bij kranten is tegenwoordig het combi-abonnement, waarbij je de hele week digitale toegang hebt, en alleen op zaterdag een papieren krant krijgt. Voor zulke abonnementen moeten uitgevers de btw splitsen. Dat betekent: het hoge tarief heffen (en afdragen) over het digitale deel van het abonnement, het lage tarief over het papieren deel.
  • Volgens welke verdeelsleutel dat moet gebeuren, is geregeld in het Convenant Uitgeefsector, in juni 2013 overeengekomen tussen de Belastingdienst en de krantenuitgevers.
  • Met name de Persgroep hanteert daarbij een opmerkelijke verdeelsleutel: bij combi-abonnementen rekenen ze het lage btw-tarief over viervijfde van het abonnementsgeld, het hoge tarief over slechts eenvijfde. Eén papieren zaterdagkrant per week is btw-technisch derhalve ‘goed’ voor viervijfde van het hele abonneegeld.
  • De verdeelsleutel die de Persgroep hanteert, leverde haar tot en met vorig jaar een voordeel op van bijna 18 euro per combi-abonnement op de Volkskrant. Omgerekend naar het aantal van dergelijke abonnees (volgens de Persgroep waren dat er afgelopen jaar circa 70.000), ging het in 2018 om 1,25 miljoen euro.
  • Bovendien stuurt de Persgroep haar abonnees – ook de btw-plichtigen onder hen – foutieve nota’s, waarop alleen het lage btw-tarief staat vermeld.

Wat deden de supermarkten bij de btw-verhoging van 6 naar 9 procent, pal na de jaarwisseling? Berekenden ze alleen die tariefstijging door, of smokkelden ze heimelijk een prijsverhoging mee? De Volkskrant deed er begin januari onderzoek naar en het ‘bleek mee te vallen’, meldde hoofdredacteur Philippe Remarque in zijn wekelijkse lezerscolumn. Maar de Jumbo had zijn prijzen vóór de jaarwisseling stiekem verhoogd, had concurrent de Telegraaf al in december onthuld.

Aan Remarques sussende woorden was een woedende Volkskrant-column van Teun van de Keuken over de btw-verhoging voorafgegaan. We moeten toch juist anders gaan eten om de klimaatverandering af te remmen? ‘De verhoging van de btw op groente en fruit is zo stupide, zo oneerlijk en heeft zulke kwalijke gevolgen’ dat Van de Keuken overwoog, analoog aan de gilets jaunes in Frankrijk, ‘voortaan in een groen hesje boodschappen te doen’.

De btw-verhoging maakte veel los. Hij treft onze primaire levensbehoeften, en we voelen hem meteen in onze portemonnee, elke dag weer. De Nederlandse kranten hadden het er druk mee: zij vormen nu eenmaal een belangrijk platform voor zulke collectieve verontrusting. Maar de kranten zijn zelf ook onderdeel van de btw-discussie.

Sinds jaar en dag mogen de dagbladuitgevers hun losse en vaste lezers het lage tarief in rekening brengen. Kennis is namelijk evengoed een primaire levensbehoefte, meende de wetgever. Als de burger zich niet goed kan informeren, dan kan hij zijn stemrecht niet goed uitoefenen en wordt hij vatbaarder voor manipulatie door volksmenners. Met andere woorden: de democratische rechtsstaat kan niet zonder hoogwaardige journalistiek.

‘We smokkelen dus niet, maar stapelen de verhogingen wel op elkaar’

Smokkel of stapeling?

De Persgroep, uitgever van de Volkskrant, verhoogde per 1 januari de prijzen van losse kranten en abonnementen, tegelijk met de btw-verhoging. Maakt de grootste krantenuitgever van Nederland zich daarmee niet schuldig aan prijssmokkel, wilden diverse Volkskrant-lezers weten? ‘Een begrijpelijke vraag,’ schreef Remarque in zijn column, ‘die ik heb voorgelegd aan de uitgever’. Het papier en de verspreiding van kranten zijn fors duurder geworden, zo luidde diens antwoord, waardoor de ‘jaarlijkse prijsverhoging’ van de Persgroep dit keer iets meer stijgt dan de inflatie. ‘We smokkelen dus niet,’ concludeerde Remarque, ‘maar stapelen de verhogingen wel op elkaar.’

De dagbladuitgevers smokkelen echter wel degelijk met de btw, zij het langs andere weg: door te rommelen met de verdeelsleutel die ze daarbij moeten hanteren. De Persgroep gaat daarin het verst. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money.

Wet- en regelgeving plegen jaren achter te lopen op maatschappelijke ontwikkelingen. Vandaar dat het lage btw-tarief nog altijd exclusief geldt voor traditionele media, zoals papieren kranten en tijdschriften. Journalistieke vernieuwers als De Correspondent en Follow the Money moeten hun leden het hoge tarief van 21 procent btw in rekening brengen. De nieuwe, puur digitale media pleiten daarom al enige jaren luid en duidelijk voor een gelijke btw-behandeling van ‘papier’ en ‘digitaal’, en wel op het lage tarief.

Papieren uitgaven boeten over de hele linie aan populariteit in: ook abonnees van de klassieke kranten lezen inmiddels steeds vaker de digitale versie van hun NRC, Telegraaf of Volkskrant. Een steeds populairdere abonnementsvorm is tegenwoordig het combi-abonnement, waarbij je de hele week digitale toegang tot krant en archief hebt, en alleen op zaterdag een papieren krant op de deurmat krijgt. ‘Voor zulke abonnementen moeten uitgevers de btw splitsen,’ zegt Herman Wolswinkel, manager Public Affairs van NDP Nieuwsmedia, de belangenorganisatie van nieuwsbedrijven. Immers: papier valt onder het lage btw-tarief, digitale media onder het hoge. Hoe je die splitsing moet uitvoeren – de verdeelsleutel – is geregeld in het Convenant Uitgeefsector, een overeenkomst uit juni 2013 tussen de uitgevers en de Belastingdienst.


BTW SPLITSEN? HET CONVENANT LEGT DE VERDEELSLEUTEL UIT

Splitsing betekent: het hoge tarief heffen (en afdragen) over het digitale deel van het abonnement, het lage tarief over het papieren deel. Het lage btw-tarief over het volledige abonnementsgeld rekenen mag uitsluitend bij voltijds-abonnementen.

Bij combi-abonnementen – bijvoorbeeld: de hele week volledig digitale toegang, alleen zaterdags een papieren krant in de bus – moeten de uitgevers splitsen. Hoe ze dat moeten doen, is geregeld in het Convenant Uitgeefsector, een overeenkomst uit juni 2013 tussen de Belastingdienst en de uitgevers, vertegenwoordigd door hun belangenbehartigers, onder wie NDP Nieuwsmedia. ‘Als uitgangspunt’ voor combi-abonnementen, aldus het Convenant op pagina 23, ‘geldt dat de reguliere dagbladen voor de uitgevers en hun abonnementshouders vooralsnog de basis vormen. De digitale diensten worden (veelal gratis) toegevoegd aan de portfolio ter ondersteuning en behoud van de bestaande omzet uit de reguliere papieren dagbladen.’ Met andere woorden: ‘papier’ is de taart van het abonnement, ‘digitaal’ de kers er bovenop.

Maar op pagina 24 stelt het Convenant: ‘De vanuit een oogpunt van btw-techniek meest correcte methode’ om te splitsen ‘is uitgaan van wat de abonnee/de klant afneemt. Als die klant bij een combinatieabonnement drie dagen per week de krant op papier en zes dagen per week de krant digitaal leest, moet er voor de btw-heffing van worden uitgegaan dat 3/9 van het in rekening gebrachte abonnementsgeld is onderworpen aan het lage btw-tarief en 6/9 aan het algemene btw-tarief. Deze berekeningssystematiek doet op dit moment geen recht aan de actuele (financiële en werkelijk gebruik) situatie omdat uit ervaring blijkt dat van de mogelijkheid tot inzage van de digitale krant veelal beperkt gebruik wordt gemaakt.’

Dat was 2013. Inmiddels is de situatie veranderd: de papieren oplage daalt, al jaren, en de digitale oplage stijgt juist sterk. Volgens de methodiek van het convenant zouden uitgevers de btw-heffing over de populaire combi-abonnementen (met alleen een papieren zaterdagkrant) nu als volgt moeten berekenen: eerst tel je zes keer ‘digitaal’ en één keer ‘papier’ op. Dan is de digitale toegang 6/7 van het abonnementsbedrag, de zaterdagse krant 1/7. Vervolgens hef je 21 procent over 6/7, en 9 (tot voor kort 6) procent over 1/7 van het abonnementsbedrag. Klaar!

INKLAPPEN


Splitsen doen de Nederlandse dagbladuitgevers. Ze gebruiken alleen een vreemde verdeelsleutel: over het leeuwendeel van het combi-abonnement heffen ze het lage tarief, in plaats van het hoge; het hoge tarief alleen over het restant. Dat blijkt uit de nota’s die zij hun abonnees sturen, onder wie ook FTM. Het verst daarin gaat de Persgroep, de marktleider in Nederland met het AD, de Volkskrant, Trouw, Het Parool en een baaierd aan regionale kranten uit het voormalige Wegener-concern. De Persgroep draagt het hoge btw-tarief, voor digitaal nieuws, af over slechts eenvijfde en het lage (kranten-)tarief over viervijfde van het abonnementsgeld. De Telegraaf Media Groep (TMG) en NRC Media hanteren een vergelijkbare, iets afgezwakte verhouding. Zij heffen het hoge tarief  over een kwart en het lage over driekwart van het totaal.

Toch stellen ze alledrie dat zij zich aan het convenant houden. Dat stelt immers ‘als uitgangspunt’ dat papieren uitgaven ‘vooralsnog de basis vormen’ voor combi-abonnementen. Het digitale deel wordt slechts ‘(veelal gratis) toegevoegd’. Persgroep-cfo Piet Vroman verwoordt het als volgt: ‘De berekening gaat er altijd vanuit dat de vergoeding in eerste instantie wordt toegerekend aan de papieren vergoeding en pas daarna wordt gekeken naar het aanvullende bedrag dat wordt betaald voor de e-paper.  Zo zit het protocol in elkaar, en zo interpreteren wij het en zo leest de Belastingdienst het.’ Ook Koos Boot, cfo van de TMG, stelt ‘dat het uitgangspunt vooralsnog is dat de papieren krant de basis vormt’. Volgens Boot geeft het convenant ‘meerdere mogelijkheden’ om de btw te splitsen, die echter ‘niet allemaal recht doen aan de werkelijkheid’, te weten: daling van papier, groei in digitaal.  

Over het leeuwendeel van het combi-abonnement heft de Persgroep het lage tarief, in plaats van het hoge

Vroman vult aan dat de Persgroep haar formule – 21 procent over eenvijfde, 9 procent over viervijfde – baseert op ‘de gemiddeld gerealiseerde verkoopprijs’ van het abonnement. Anders reken je volgens Vroman ‘een veel hoger deel van de vergoeding toe aan het hoge tarief dan op basis van het Convenant nodig is’. Op pagina 24 van het Convenant staat echter expliciet: ‘De meest correcte methode [..] is uitgaan van wat de abonnee/de klant afneemt.’

Bovendien hinkt de Persgroep zelf op twee gedachten over de meerwaarde van papier ten opzichte van digitaal. Voor de Volkskrant Zaterdag – alleen de papieren zaterdagkrant, verder niks – rekent het concern 189,95 euro per jaar. Neem je het digitale pakket, maar met de papieren zaterdagkrant erbij (de Volkskrant Weekend), dan betaal je maar 36 euro meer voor de zaterdagkrant.

De (Vlaamse) Persgroep en het Mediahuis – eigenaar van TMG en NRC Media – hebben zich kennelijk een oer-Hollandse gewoonte eigen gemaakt: goed op de kleintjes letten. Met substantiële financiële gevolgen – zie het rekenvoorbeeld hieronder, gebaseerd op de prijs van een combi-abonnement op de Volkskrant, dat nu 273,95 euro per jaar kost, inclusief btw. Tot 1 januari was dat 234 euro. We splitsen de btw volgens beide rekenmethoden en hanteren daarbij eerst het oude lage tarief van 6 procent, omdat de Persgroep dat sinds de overname van PCM in 2010 acht jaren lang heeft kunnen toepassen, en pas daarna het nieuwe tarief van 9 procent.

Verschil in gehanteerde verdeelsleutels

De Volkskrant telt momenteel 210.000 abonnees. ‘Ongeveer eenderde daarvan heeft een combi- of digital only abonnement,’ schat Vroman. Dat zijn dus 70.000 abonnees. Maal 17,98 euro leverde dat de uitgever vorig jaar een voordeel op van 1.258.600 euro. (Bij het nieuwe tarief van 9 procent, en de abonnementsprijs van 2019, zou dat voordeel 1.145.900 euro per jaar bedragen.) Het AD heeft meer abonnees, maar een kleiner aandeel combi-abonnementen, aldus Vroman. Laten we het btw-voordeel voor het AD behoudend inschatten op een miljoen euro, en dat van de kleinere kranten Trouw en Het Parool tezamen op een half miljoen.

De nettowinst van Persgroep Nederland, in 2016 nog 9,8 miljoen euro, zakte volgens het jaarverslag van 2017 naar 4,7 miljoen

Dan houdt de Persgroep, dankzij haar eigen verdeelsleutel, liefst 2,5 miljoen per jaar meer aan zijn combi-abonnementen over dan wanneer het de Convenant-formule zou hanteren. Voor de goede orde: de nettowinst van Persgroep Nederland, in 2016 nog
9,8 miljoen euro, zakte volgens het jaarverslag van 2017 naar 4,7 miljoen.

Welke verdeelsleutel de Persgroep ook hanteert, de facturen van onder andere de Volkskrant en Trouw tonen weer een andere werkelijkheid. Op de nota’s van deze kranten die de Persgroep haar abonnees stuurt, staat dat het concern het lage tarief afdraagt over het hele bedrag van het weekendabonnement / combi-abonnement. Het abonnementssysteem van de Persgroep, zo geeft Vroman als verklaring, is ‘niet in staat om twee tarieven gelijktijdig te vermelden’. Reken vijf pilsjes en twee schalen bitterballen af in willekeurig welk café, en de kastelein produceert een bonnetje waarop hoge en lage btw keurig zijn uitgesplitst. Ga naar je buurtsuper en koop daar een fles wijn, een zak chips en een krop sla – zelfde verhaal.

Maar de Persgroep, de grootste krantenuitgever van Nederland, krijgt dat bij haar landelijke titels, inclusief Het Parool, niet voor elkaar. ‘Dit kan wellicht enige verwarring veroorzaken,’ erkent Vroman desgevraagd. ‘Dit is een van de zaken die we in een nieuw abonnementensysteem zullen aanpakken.’ Tot die tijd stuurt de Persgroep zijn abonnees facturen die feitelijk onjuist zijn. Dat mag de uitgever alleen doen bij particuliere abonnees. Aan abonnees die btw-plichtig zijn ‘moet een factuur worden uitgereikt die voldoet aan de wettelijke eisen,’ zegt de Belastingdienst in antwoord op vragen van FTM. Dit is geregeld in artikel 35a Wet OB. ‘Genoemd artikel bepaalt o.a. dat op de factuur het toegepaste btw-tarief en het te betalen btw-bedrag juist worden vermeld. De factuur is voor de afnemer belangrijk omdat op basis van de factuur in veel gevallen gehele of gedeeltelijke aftrek van btw kan worden verkregen. De Belastingdienst kan de aftrek weigeren als de factuur niet voldoet aan de wettelijke eisen.’

Volgens Vroman is er niets aan de hand, omdat de Persgroep de btw wel degelijk gesplitst afdraagt – zij het op de boven omschreven manier, die de uitgever meer geld oplevert. Maar volgens de facturen van de Persgroep betalen de combi-abonnees te weinig btw: het lage tarief over het gehele bedrag, inclusief het digitale gedeelte. ‘In een dergelijk geval,’ gaat de Belastingdienst verder, ‘ligt het voor de hand dat de afnemer de uitgever verzoekt alsnog een factuur uit te reiken die wel voldoet aan de wettelijke eisen. Ook de Belastingdienst zal in voorkomend geval de uitgever erop attenderen dat de facturatie aan de wettelijke eisen behoort te voldoen.’ Voldoet de uitgever daar niet aan, dan kan ‘een verzuimboete’ worden opgelegd.

‘De Belastingdienst en de belastingrechter redeneerden in zulke gevallen altijd: dan zorg je maar dat die op orde komen’

Johan Haanstra, belastingadviseur bij Van Maaren Van Baal & Haanstra in Amsterdam, moet flink nadenken voordat hij een vergelijkbare casus uit zijn praktijk kan opdiepen. ‘Lang geleden heb ik wel eens zoiets meegemaakt met muzikanten,’ vertelt hij tenslotte. ‘Die combineren vaak een zelfstandige lespraktijk met een deeltijdbaan bij bijvoorbeeld een muziekschool. Vroeger belandden zij automatisch in het ziekenfonds als hun inkomen beneden een bepaalde grens zakte, ook als ze particulier verzekerd waren. Sommige muziekscholen weigerden hun administratie aan te passen omdat hun computersystemen dat niet aankonden. De Belastingdienst en de belastingrechter redeneerden in zulke gevallen altijd: dan zorg je maar dat die op orde komen.’

Het combi-abonnement doet hem denken aan een andere, sinds lang gangbare regel uit de belastingpraktijk: de hoofddienst of het hoofdproduct, en de bijkomende dienst of product. ‘Denk aan een treinticket waarin een mooie lunch met een glas wijn is inbegrepen. De treinreis vormt duidelijk de hoofdmoot van de prijs. Dan hoeft de aanbieder niet apart hoge btw te heffen over dat ene glas wijn.’

Btw splitsen moet alleen als beide diensten of producten apart verkrijgbaar zijn. Zoals bij de combi-abonnementen dus, waarin het digitale deel tegenwoordig overheerst. Dat blijkt nota bene ook uit de prijsstelling die de Persgroep zelf hanteert. Wie uitsluitend een digitaal abonnement op de Volkskrant wil, betaalt vanaf 1 januari 22,95 euro per vier weken. Wil je daar een papieren krant op zaterdag bij, dan betaal je 25,95 euro, ofwel drie euro meer. De Persgroep waardeert het papieren deel dus op 3,00 / 25,95 = 11,56 procent van het totale bedrag.

NRC Media en de Telegraaf Media Groep (TMG) rekenen het lage btw-tarief over ‘slechts’ driekwart van het totale combi-abonnement. Ook deze uitgevers zijn van mening dat zij daarmee handelen conform het Convenant Uitgeefsector. Maar TMG-cfo Koos Boot hoopt ‘vanuit het belang van de journalistiek dat spoedig alles onder het 9 procent btw-tarief zal gaan vallen’. Ook Wilbert Schutrups, de cfo van NRC Media, pleit ervoor dat ‘de bijzondere situatie’ komt te vervallen ‘waarin de wijze van distributie en niet de inhoud van het product (journalistiek) de hoogte van de btw bepaalt’. NDP Nieuwsmedia vindt eveneens dat er ‘geen onderscheid mag zijn in de btw-toepassing tussen gedrukte en digitale journalistieke producten, ongeacht of zij tot stand worden gebracht binnen een nieuwsbedrijf met een dagbladhistorie dan wel het product zijn van een puur digitaal nieuwsmedium,’ zo benadrukt Wolswinkel.

Btw in het buitenland

Belgische uitgevers hoeven helemaal geen btw af te dragen over de consumentenprijs van papieren boeken, kranten of tijdschriften. Ook Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hanteren zo’n nultarief voor papier. ‘Die landen hebben dat bedongen tijdens de onderhandelingen over de allereerste btw-richtlijn in Europa,’ legt Wolswinkel uit. ‘Alleen zij mogen dat nultarief toepassen.’ Maar ook in België geldt het hoge tarief voor alle digitale mediaproducten. En ook daar staat dat onderscheid al jaren ter discussie, net als in Nederland.

De btw is onderwerp van nationale en Europese regelgeving. De Europese btw-richtlijn staat de lidstaten toe bepaalde groepen diensten en producten geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van btw. Onder die vrijstelling vallen de ‘levering van boeken (…), kranten en tijdschriften, voor zover niet uitsluitend of hoofdzakelijk reclamemateriaal’. Het idee daarachter is dat geen (of weinig) btw een publiek belang dient: een florerende vrije pers en goed geïnformeerde, mondige burgers.

De richtlijn omvat liefst 118 pagina’s en stamt uit 2006, toen de online journalistiek in Europa in de kinderschoenen stond. Gezien de wijze waarop de richtlijn wordt toegepast en uitgelegd, onder meer door de Europese Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie, staat als een paal boven water dat het lage tarief alleen is toegestaan voor ‘papier’. Dat discrimineert de online media, terwijl die voorop lopen in journalistieke innovatie en doorgaans meer ‘ontleesde’ jongeren aan zich weten te binden.

Uit protest tegen de discriminatie van online media droeg Mediapart jarenlang geen cent btw af

In 2012 wilde de toenmalige Belgische minister van Financiën, de christen-democraat Steven Vanackere, ook voor digitale media een nultarief invoeren. Maar hij koos voor een vreemde aanpak, die de discriminatie van nieuwe digitale media juist verergerde. Vanackere wilde de vrijstelling alleen invoeren voor ‘exacte replica’s’ van papieren kranten. Lees: de websites van bijvoorbeeld Het Laatste Nieuws en De Morgen, de twee Vlaamse kranten van de Persgroep. Voor Belgische vernieuwers als Apache en Newsmonkey zou het hoge tarief blijven gelden.

Vanackere dacht zijn gang te kunnen gaan, omdat hij een informele toezegging had gekregen van de verantwoordelijke Eurocommissaris. Maar toen hij de Europese Commissie formeel om toestemming vroeg, volhardde die in haar oude officiële standpunt: geen verlaagde btw voor ‘digitaal’. Voor Vanackere dreigde gezichtsverlies: hij had zijn belofte, ietwat voorbarig, in het openbaar gedaan. Zijn oplossing was een schoolvoorbeeld van het befaamde adagium dat België ‘het land is waar niets mag en alles kan’. Formeel mogen Belgische uitgevers het btw-nultarief niet toepassen op digitale media. In de praktijk kunnen zij alsnog hun gang gaan, omdat Vanackeres ministerie beloofde deze btw-afdrachten nimmer te zullen controleren.

Apache, Newsmonkey, De Correspondent, Follow the Money en andere Europese pioniers van de online journalistiek voeren al jaren campagne voor gelijkstelling: een laag of nultarief voor alle media, ongeacht hun drager. Het verst ging Mediapart, een Franse webkrant die sinds zijn lancering in 2008 geen geld aanneemt van adverteerders, maar uitsluitend van lezers. Dankzij een reeks geruchtmakende onthullingen telt Mediapart inmiddels 140.000 betalende abonnees, en is het al acht jaar winstgevend.

Uit protest tegen de discriminatie van online media droeg Mediapart jarenlang geen cent btw af. Begin 2013 onthulde Mediapart dat de socialist Jérôme Cahuzac, destijds minister van Begroting en als zodanig de hoogste bestrijder van belastingfraude, er zelf een geheime bankrekening in Zwitserland op nahield. Cahuzac ontkende aanvankelijk in alle toonaarden en werd daarin gesteund door zijn partijvrienden en president François Hollande. Mediapart kreeg een stortvloed aan kritiek over zich heen, niet in de laatste plaats van gevestigde papieren concurrenten als Le Figaro en Libération. Uiteindelijk moest Cahuzac erkennen dat niet hij, maar Mediapart gelijk had, en trad hij af.

In oktober 2018 besloten de EU-lidstaten gedrukte en digitale media gelijk te gaan behandelen voor de btw, en wel tegen het lage tarief

Enkele maanden later nam het Franse ministerie van Financiën wraak. Het deed een inval bij Mediapart, nam daar de administratie in beslag en eiste een miljoen euro aan achterstallige btw. De inval leidde tot een storm van protesten; een petitie ter ondersteuning van Mediapart werd door 28.000 Fransen ondertekend. Financiën slikte zijn naheffing weer in. In plaats daarvan kondigde de regering-Hollande een wet aan die de btw-heffing voor papieren en digitale media gelijk zou trekken op het lage tarief.

Eerder al hadden de Fransen de btw op e-books verlaagd en gelijkgetrokken met papieren boeken. Die maatregel werd echter vernietigd door het Hof van Justitie van de EU – onderstrepend dat het lage btw-tarief alleen is toegestaan voor papieren uitgaven. Sindsdien vindt het protest tegen deze btw-discriminatie eindelijk meer gehoor. Op
2 oktober 2018 kwamen de EU-lidstaten overeen gedrukte en digitale media gelijk te gaan behandelen voor de btw, en wel tegen het lage tarief (dat overigens per land verschilt).

Het zal echter nog geruime tijd duren voordat deze Europese maatregel is verheven tot Nederlandse wet. Zeker tot 1 januari 2020, verwacht Wolswinkel. Tot die datum kunnen de dagbladuitgevers miljoenen extra blijven verdienen aan hun winstgevende interpretatie van het Convenant Uitgeefsector. Een geheel andere kwestie is hoe lang de Persgroep Nederland haar btw-plichtige abonnees onjuiste facturen blijft sturen. 

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -