Nienke Venema, directeur van de Stichting Democratie en Media, bepleitte in een opiniestuk in NRC de overname van RTL Nederland door DPG Media Groep. NRC vroeg mij een reactie te schrijven. Dat deed ik, maar de krant plaatste een andere reactie, van NVJ-secretaris Thomas Bruning, omdat die ‘eerlijk gezegd toch wat scherper is’. Bruning schreef een prima stuk, maar ik maakte een heel ander punt dan hij. Vandaar bij dezen alsnog een geheel herschreven, meer uitgebreide en geactualiseerde versie van het artikel dat NRC niet wilde plaatsen.
DPG Media, veruit het grootste mediaconcern in het Nederlandse taalgebied, wil nog groter worden door RTL Nederland in te lijven. Dat is om vele redenen een heel slecht idee, waarover straks meer. Toch betuigden twee personen met veel invloed in de Nederlandse media de laatste weken publiekelijk hun steun aan deze overname. De eerste was Nienke Venema, directeur van de Stichting Democratie en Media (SDM), in een opiniestuk in NRC.
Alleen tezamen, zo betoogt Venema, zijn DPG en RTL sterk genoeg als waarborg van de ‘rijke pluriformiteit’ van het Nederlandse medialandschap, tegenover de Amerikaanse techreuzen Google, Facebook en X van Elon Musk. De Nederlandse burger heeft toegang tot ‘betrouwbare berichtgeving’ door ‘meerdere bronnen, vanuit verschillend perspectief’. Althans, ‘nu (nog)’ wel. Verdere concentratie via een fusie DPG-RTL ‘is geen ideale situatie’, geeft Venema toe. ‘Maar wat zou het alternatief zijn?’
Enkele weken later viel Joop van den Ende haar bij in een paginagrote advertentie in alle landelijke Nederlandse kranten. Net als Venema hekelt hij Mark Zuckerberg (Facebook), Jeff Bezos (Amazon en The Washington Post) en Musk. ‘Ze manipuleren met hun platforms verkiezingen, misbruiken hun kennis van ons digitale gedrag en vervuilen bewust hun informatiekanalen met complottheorieën en leugens.’
DPG-RTL is ‘een unieke kans’ (Van den Ende) en de enige waarborg van de ‘rijke pluriformiteit’ van onze media (Venema)
Van den Ende ziet een onmisbare beschermingswal tegen deze drekverspreiders in de Nederlandse publieke omroep (NPO), die immers de wettelijke opdracht heeft ‘onafhankelijke journalistiek, amusement en cultuur voor een breed publiek beschikbaar te maken’. Hij verzet zich dan ook tegen de korting op het NPO-budget die het kabinet-Schoof wil doorvoeren. ‘Haagse onkunde’, vindt Van den Ende. Net als politieke twijfels over DPG-RTL. Die combinatie biedt ‘juist een unieke kans om met een Nederlandstalig bedrijf eindelijk een vuist te maken tegen de Amerikaanse overheersing’.
Het is natuurlijk geen toeval dat Van den Ende en Venema zich juist nu roeren. Voor de overname van RTL door DPG is de goedkeuring nodig van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Deze waakhond over de vrije mededinging in de Nederlandse economie zal spoedig zijn oordeel vellen, zo is de algemene verwachting. Met hun publicaties proberen Van den Ende en Venema de ACM in de door hen gewenste richting te duwen.
Van den Endes motief is duidelijk. De mediamiljardair verkoopt al een halve eeuw lang sterren en tv-formats aan zowel de publieke als de commerciële omroep. Zelf doet hij het, 83 jaar oud inmiddels, rustiger aan. Het laatste bedrijf dat hij zelf leidde, Stage Entertainment, verkocht hij in fasen tussen 2015 en 2018, uiteindelijk aan de Amerikaanse media-investeerder Advance Publications. Hij droeg dus zelf van harte bij aan de ‘Amerikaanse overheersing’ in de Nederlandse mediawereld die hij nu zo luidruchtig hekelt.
Naar Venema wordt geluisterd: SDM behoort tot de grootste subsidiegevers aan de Nederlandse journalistiek
Maar een tycoon als Van den Ende trekt zich nooit helemaal terug. In 2014 hielp hij zijn dochter Iris van den Ende een eigen productiebedrijf te beginnen, MediaLane, met financiering via aandelen en kredieten, en met sterren. Dankzij haar vader kon Iris, destijds pas 24 jaar oud, een vliegende start maken met kijkcijferkanonnen als Paul de Leeuw en Ivo Niehe.
MediaLane is inmiddels een van de invloedrijkste commerciële ‘buitenproducenten’ van Nederland. Voor de NPO produceert het bedrijf gezichtsbepalende programma’s als Eva, de talkshow van Eva Jinek. Ook de Stichting Democratie en Media is invloedrijk. SDM behoort tot de grootste subsidiegevers aan de Nederlandse journalistiek, zo blijkt uit het laatst gepubliceerde jaarverslag.
In 2023 verdeelde de stichting 1,3 miljoen euro over diverse redacties en journalistieke projecten. Ter vergelijking: de grootste publieke gever, het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, spendeerde in dat jaar net geen twee miljoen euro. Naar Nienke Venema wordt geluisterd, als de SDM-directeur zich publiekelijk uitspreekt vóór DPG-RTL. Te meer daar SDM een non-profit is met een illuster verleden.
Zij gaat terug tot Het Parool als verzetskrant tegen de Duitse overheersers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een veertigtal journalisten, drukkers en verspreiders betaalden deze ‘illegale’ activiteit met hun eigen leven. De overlevers van de Parool-groep brachten de krant onder in een stichting om hem te beschermen tegen mediatycoons die hem zouden willen misbruiken als politiek wapen dan wel als louter winstobject.
SDM is al decennia geleden van haar ideële anker losgeraakt
Bovendien had de Duitse bezetting hen zo doordrongen van de noodzaak van een vrije pers, dat zij de stichting de statutaire missie gaven om zoveel mogelijk onafhankelijke Nederlandse dagbladen overeind te helpen houden. Gevolg was, dat de stichting eigenaar werd van PcM, uitgever van de Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw, Het Parool, Algemeen Dagblad en een reeks regionale kranten.
Vandaag de dag koketteert SDM nog altijd opzichtig met haar ideële geschiedenis. Maar in feite is de stichting al decennia geleden van dit anker losgeraakt. De stichtingsbestuurders uit de oorlogstijd werden opgevolgd door hoogleraren, oud-politici en andere notabelen die zo hun eigen agenda’s hadden, niet gehinderd door enige kennis van of affiniteit met de wereld van de media. In 2003 verkochten zij de meerderheid van hun aandelen in PcM voor veel te veel geld aan Apax, een Britse private equity investeerder. Met de opbrengst wilden zij nieuwe, eigen activiteiten entameren.
Alleen hadden zij geen begin van een idee hoe een ‘sprinkhaan’ als Apax opereert, zoals ik beschreef in mijn boek De Geldpers uit 2009. Apax verhaalde de exorbitante koopsom domweg op PcM zelf, door de slome, maar tot dat moment financieel solide uitgeverij vol te hangen met honderden miljoenen euro’s aan schulden. Al na drie jaar zag de stichting, nog altijd minderheidsaandeelhouder, zich genoodzaakt PcM van Apax terug te kopen.
Wat de stichting niet kon repareren, was dat Apax de uitgeverij totaal had uitgewoond. Toen in september 2008 de kredietcrisis uitbrak, dreigde PcM alsnog failliet te gaan. De stichting zag geen andere uitweg dan de uitgeverij voor een relatieve fooi te verkopen aan de Vlaamse familie-ondernemer Christian Van Thillo, eigenaar van wat toen nog De Persgroep heette. Dat was het begin van de huidige Vlaams-Nederlands-Deense DPG Media Groep.
Het duopolie van DPG en Mediahuis heeft allang een einde gemaakt aan de ‘rijke pluriformiteit’ die Venema bezingt
PcM was bepaald niet de enige Nederlandse dagbladuitgeverij die door wanbeleid een weerloze prooi was geworden voor buitenlandse mediatycoons. Hetzelfde overkwam de Telegraaf Media Groep, waardoor DPG’s Vlaamse rivaal Mediahuis de nummer twee kon worden in het Nederlandse taalgebied. Mediahuis is ook eigenaar van NRC, en van bijna alle resterende regionale Nederlandse kranten die niet van DPG zijn.
Het duopolie van DPG en Mediahuis heeft allang een einde gemaakt aan de ‘rijke pluriformiteit’ die Venema in haar opiniestuk bezingt. De regionale en kleinere landelijke titels van DPG en Mediahuis nemen steeds meer kopij over van respectievelijk AD en de Volkskrant, en De Telegraaf en NRC, meestal zonder bronvermelding, zodat hun lezers dat niet kunnen zien. De regionale kranten sluiten hun kantoren in kleinere steden en dorpen, waardoor zij de banden doorsnijden met hun lezers ter plaatse, en met wat daar gebeurt en wat die lezers beroert.
Beide concerns maken de laatste jaren steeds meer gebruik van freelance journalisten, die zij vaak beroerd betalen. Dat bezorgde DPG al de bijnaam ‘De Uitpersgroep’. Jarenlang weigerde het concern zelfs maar in gesprek te gaan over betere honorering van zijn freelancers. Totdat twee van hen, Britt van Uem en Ruud Rogier, met steun van de journalistenvakbond NVJ een rechtszaak begonnen, en wonnen. Pas toen kwam DPG met frisse tegenzin naar de overlegtafel.
Snoeien in redacties, regiokantoren en freelance honoraria verhoogt het rendement voor de families achter DPG en Mediahuis. Zo trokken de Van Thillo’s tussen 2012 en 2019 179 miljoen euro aan dividenden uit hun media-onderneming, ofwel 25,6 miljoen euro per jaar, zo berekende Apache, een onafhankelijk Vlaams onderzoeksplatform. In de vijf jaren daarna steeg dat jaargemiddelde naar 37 miljoen euro: tot en met 2023 vloeide nog eens 185 miljoen euro aan dividenden naar de Van Thillo’s, zo blijkt uit de jaarverslagen van hun familieholding Epifin.
Tijdens de rechtszaak van Britt van Uem en Ruud Rogier presenteerde DPG haar overvolle glas ineens als bijna leeg
Hun eigen winst is de eerste prioriteit van de familie-eigenaren, niet de ‘betrouwbare berichtgeving’ door ‘meerdere bronnen, vanuit verschillend perspectief’, die Venema zo belangrijk zegt te vinden. De familie maximaliseert haar winst op een manier die sterk doet denken aan de praktijken van ‘sprinkhaan’-investeerders als Apax. Dat blijkt uit, tot dan, vertrouwelijke gegevens, die DPG nota bene zelf openbaarde.
In de eigen persberichten bejubelt DPG steevast zijn financiële resultaten, die er inderdaad mogen zijn. In de periode 2019-2023 steeg de omzet met bijna 8 procent, de bruto winst (EBITDA) met bijna 40 procent en de nettowinst met ruim 54 procent. Maar tijdens de rechtszaak van Van Uem en Rogier presenteerde DPG dit overvolle glas ineens als bijna leeg.
De twee freelancers, die jarenlang werkten voor de DPG-titels Tubantia en Brabants Dagblad, eisten meer geld. DPG stelde niet meer te kunnen betalen omdat deze twee regionale kranten nauwelijks winst zouden maken, of zelfs verlies. Om dat te onderbouwen, overlegde DPG tijdens de rechtszaak de financiële resultaten van de twee titels.
Maar uit die nooit eerder geopenbaarde cijfers bleek juist het tegendeel van wat DPG voor de rechter beweerde, zoals ik destijds als enige meldde. Tubantia en Brabants Dagblad maakten ieder een bruto winst van zes miljoen euro op een omzet van zo’n 36 miljoen – een keurige winstmarge van 17 procent. Alleen moesten beide kranten vijf van die zes miljoen afstaan aan DPG, als ‘afschrijving goodwill’.
DPG liet zijn regionale kranten opdraaien voor de meerkosten van hun eigen overname – met goedkeuring van SDM
De Vlaamse Persgroep groeide uit tot de multinational DPG Media via vijf grote overnames, waaronder die van Wegener, de uitgever van Tubantia en Brabants Dagblad en nog vele andere regionale titels. Voor al die overgenomen bedrijven betaalde DPG een premie bovenop de boekwaarde, die bekend staat als goodwill. DPG liet Tubantia en Brabants Dagbladopdraaien voor de meerkosten van hun eigen overname, zoals Apax dat ook met PcM had gedaan.
DPG deed dat met medeweten, en kennelijke goedkeuring, van de Stichting Democratie en Media. Want SDM is medeëigenaar van DPG, een erfenis uit de PcM-tijd. In haar jaarverslag presenteert de stichting zich als ‘een ideëel gedreven aandeelhouder’, die haar belang vooral aanhoudt ter ‘bescherming van de continuïteit’ van DPG’s Nederlandse kranten, conform SDM’s statutaire doelstelling zoals de oprichters die na 1945 formuleerden. ‘Er wordt geen dividend meer ontvangen en er is geen financieel belang bij activiteiten of prestaties.’
Die beweringen behoeven, zacht gezegd, enige aanvulling. Toen Van Thillo in 2009 PcM overnam, behield SDM een belang van bijna 40 procent in wat vervolgens DPG Media Nederland ging heten. In de tien jaar daarna ontving de stichting inderdaad geen dividend. En van de 179 miljoen euro die de familie Van Thillo tot 2019 kreeg uitgekeerd, kwam volgens DPG ‘geen cent’ uit de Nederlandse kranten; dat bedrag kwam geheel ten laste van DPG België.
Maar in diezelfde periode sloot SDM wel een hoogst curieuze deal met Van Thillo. In 2019 deed de stichting een kwart van haar 40 procent aan hem over, voor 33 miljoen euro. Van dat bedrag hoefde Van Thillo geen cent te betalen. Het kwam uit een potje dat door de jaren heen was gereserveerd uit de winsten van de Nederlandse kranten. Met andere woorden: ook SDM liet die dagbladen opdraaien voor de kosten van hun eigen verdere overname.
De stichting werkte ook mee aan de vrijwel totale verduistering van het financiële reilen en zeilen van de DPG-kranten
Daarmee werkte SDM ook actief mee aan de verdere, inmiddels vrijwel totale verduistering van het financiële reilen en zeilen van DPG’s Nederlandse kranten. Door zijn belang in die bladen gratis en voor niets uit te breiden tot bijna 70 procent, hoeft Van Thillo volgens de Nederlandse wet namelijk geen apart jaarverslag meer te publiceren van DPG Media Nederland. Hij kan de cijfers van zijn Nederlandse dochter, veruit de grootste en meest winstgevende van zijn concern, voortaan wegpoetsen – ‘consolideren’ heet dat in boekhoudersjargon – in die van de multinational DPG Media Group.
Voor de Nederlandse mediamarkt, voor zover er van een vrije markt überhaupt nog sprake is, heeft dat ingrijpende gevolgen. Tot 2000 was de papieren krant een goudmijn – voor zijn uitgever de ‘geldpers’ uit de titel van mijn boek. Dat vormde een solide basis voor onafhankelijke en hoogwaardige journalistiek, die ook SDM beschouwt als een onmisbare pijler onder de democratische rechtsstaat. Vanaf de eeuwwisseling erodeerde dat fundament door verlies van adverteerders en betalende lezers. Toch bleef de papieren krant voor zijn uitgevers de voornaamste bron van inkomsten, zoals bijvoorbeeld bleek uit de jaarverslagen die DPG Media Nederland tot en met 2021 publiceerde.
Intussen riepen DPG en Mediahuis al enige jaren om het hardst dat hun dagbladtitels weer groeiden, omdat de aanwas van digitale abonnees het verlies van papieren lezers meer dan goedmaakte. Of die digitale groei ook de slinkende inkomsten uit papier compenseert, vertellen zij er tot op de dag van vandaag niet bij. Uit hun geconsolideerde jaarcijfers valt dat niet meer op te maken.
Serieuze kranten als AD, De Telegraaf, de Volkskrant, NRC en Trouw zijn nog steeds onmisbare platforms voor onafhankelijke journalistiek. Marktleider DPG claimt met de papieren en digitale varianten van zijn dagbladen minstens acht miljoen Nederlanders per dag te bereiken. Maar journalistiek is allang geen core business meer voor de duopolisten die de Nederlandse mediamarkt beheersen, voor zover het dat ooit is geweest.
DPG kreeg een ‘prijs’ voor zijn ‘grove inbreuken op de digitale rechten van burgers’
Christian Van Thillo schreef al in 2015 in het groepsjaarverslag van DPG: ‘Big data, dat is waar het vandaag allemaal om draait in de marketing- en advertentiewereld.’ DPG en Mediahuis hebben hun kranten omgebouwd tot stofzuigers van lezersdata, die zij voor veel geld kunnen verkopen aan adverteerders. Na de bijnaam ‘Uitpersgroep’ leverde deze praktijk DPG de Big Brother Award 2024 op, een ‘prijs’ die burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom jaarlijks uitreikt aan ‘personen, bedrijven en overheden die grove inbreuken maken op de digitale rechten van burgers’.
DPG won de prijs ‘voor het dagelijks tracken en profileren van miljoenen nieuwsconsumenten’. De meesten van hen betalen voor hun krant – van 180 euro per jaar voor een puur digitaal abonnement, tot meer dan driehonderd euro als zij daarnaast zes dagen per week een papieren krant op de deurmat willen ontvangen. Toch vraagt DPG deze trouw betalende lezers niet om hun toestemming om hun digitaal gedeponeerde data te mogen doorverkopen.
DPG is geen ‘nationale kampioen’ tégen, maar een nationale kloon ván techreuzen als Google en Facebook
Als een AD-abonnee op Independer, een dochter van DPG, energiebedrijven vergelijkt, kan hij ‘later advertenties van een van die bedrijven zien op de website van het Algemeen Dagblad’, aldus het juryrapport voor de Big Brother Award 2024. ‘Veel mensen merken dit niet, maar dit is precies wat er achter de schermen bij DPG Media gebeurt.’ Daarnaast ‘stelt de jury vast dat DPG Media bedrijven helpt om databases met persoonsgegevens van klanten van beide bedrijven aan elkaar te koppelen’, aldus het rapport.
‘Zo kan een bouwmarkt, die niets met DPG Media te maken heeft, haar klantenkaarten koppelen aan de profielen van DPG Media.’ Zulke handelingen mag DPG alleen verrichten ‘als gebruikers hier bewust toestemming voor geven’, aldus de jury. Maar ‘omdat het voor gebruikers niet duidelijk is waar ze akkoord mee gaan, is er geen sprake van echte toestemming’.
Dit zijn de praktijken die onbesproken blijven in de pleidooien van Nienke Venema en Joop van den Ende om DPG Media nóg groter te laten worden, door Van Thillo c.s. RTL Nederland te laten opslokken. Met of zonder RTL Nederland ís DPG Media helemaal geen ‘nationale kampioen’, die het als enige kan opnemen tegen Meta, Musk en Google. Het is juist een nationale kloon van de Amerikaanse techreuzen, die zich op lokaal en regionaal niveau net zo misdraagt als Big Tech op wereldschaal.
Van Thillo oefent al jaren politieke druk uit om de Vlaamse publieke omroep VRT te kortwieken
Volgens Venema heeft Nederland geen mediatycoons zoals Rupert Murdoch, Elon Musk en Jeff Bezos, die ‘via hun titel politieke invloed pogen uit te oefenen’. Nog niet, wellicht. Maar als RTL Nederland naar DPG mag gaan, zoals zij bepleit, dan gaat dat zeker veranderen. In Vlaanderen heeft DPG al een commerciële radio- en tv-zender, VTM genaamd. En in Vlaanderen oefent Van Thillo al jaren politieke invloed uit, om de publieke Vlaamse omroep VRT te kortwieken, zodat zijn eigen VTM groter en machtiger kan worden.
Dat zuig ik niet uit mijn duim, dat is keihard aangetoond, via grondig onderzoek van Vlaamse mediawetenschappers, waarover ik ook al als enige in Nederland berichtte. Als Van Thillo RTL Nederland in handen krijgt, zal hij de RTL-zenders gaan gebruiken om artikelen in zijn kranten te promoten, en, andersom, zullen zijn kranten RTL-programma’s gaan pluggen. Bovendien zullen zijn media programma’s en publicaties van concurrenten actief gaan negeren, of, erger nog: kleineren, afkraken, zwart maken.
Van Thillo’s eigen journalisten, en de platforms waarop zij publiceren, laten zich al jaren volop misbruiken als wapens om de Vlaamse publieke omroep VRT een kopje kleiner te maken. Niet zonder succes, zoals Apache als een van de weinige Belgische platforms blijft volgen. Als Van Thillo RTL Nederland mag inlijven, kan ook de Nederlandse publieke omroep zich gaan opmaken voor die ongelijke strijd. Ook dat verzuimt Joop van den Ende te vermelden in zijn advertentie.
DPG en Mediahuis hebben niet geleden onder de opmars van Facebook, Google en X, voorheen Twitter. Integendeel, zij floreerden erbij. Terwijl de Amerikanen 90 procent van de wereldmarkt veroverden, bezetten zij 90 procent van de Nederlandstalige markt. Alleen al daarom zijn de pleidooien van Venema en Van den Ende doorzichtige kletskoek, puur bedoeld om eigen belangen veilig te stellen.
Het resterende belang van SDM in DPG is inmiddels een veelvoud waard van wat haar aandelen PcM in 2009 opbrachten. Daardoor heeft de stichting wel degelijk een ‘financieel belang bij activiteiten of prestaties’ van DPG. In 2003 bleek deze ‘ideëel gedreven aandeelhouder’ al bereid om haar aandelen in de platforms voor onafhankelijke en hoogwaardige journalistiek in Nederland te verkopen aan de hoogste bieder. Toen was dat Apax.
Redactiestatuten en SDM’s vetorecht hebben de duopolisering van de Nederlandse media tot dusver geen strobreed in de weg gelegd
Nu zou dat Google of Facebook kunnen zijn. Als de familie Van Thillo morgen besluit om haar mediabedrijf te verkopen, staat haar dat vrij. SDM beroept zich regelmatig op haar vetorecht, via haar speciale ‘gouden aandeel’ in DPG, en op de redactiestatuten van de Nederlandse kranten, die zo’n verkoop in de weg zouden staan.
Maar tot dusver hebben die twee papieren tijgers de almaar verder voortdenderende machtsconcentratie in de Nederlandse mediamarkt geen strobreed in de weg gelegd. Ook de Nederlandse politiek onderneemt al ettelijke decennia hoegenaamd niets tegen de duopolisering. En met het ruziënde, besluiteloze kabinet-Schoof lijkt de kans op een kentering verder weg dan ooit.
De ACM staat er dus geheel alleen voor. De waakhond verbood eerder al een fusie tussen RTL Nederland en Talpa Network van John de Mol. ACM zal niet graag een tweede fusieplan verbieden zonder voldoende politieke ruggesteun.
En dat terwijl zonneklaar is wat er zal gebeuren als de ACM de combinatie DPG-RTL goedkeurt: dan zal Mediahuis een bod doen op Talpa Network. Mediahuis doet namelijk precies na wat DPG doet, alleen een paar jaren later. Duopolisering van willekeurig welke markt leidt tot de totale erosie van creativiteit en individualiteit bij de duopolisten.
Het pleidooi van Joop van den Ende voor de combinatie DPG-RTL raakt inhoudelijk kant noch wal. Maar zijn motief is tenminste transparant: hij is een ondernemer met een commercieel belang. Nienke Venema is ofwel even incompetent als haar voorgangers, die PcM uit pure onkunde uitleverden aan Apax, ofwel willens en wetens een poseur, die haar ware motieven verbergt achter een rookgordijn van nobele intenties.
Voor het resultaat maakt dat niet uit. De overname van RTL Nederland door DPG Media zal het Nederlandse medialandschap nóg duffer en eenvormiger maken, en de onafhankelijke journalistiek in Nederland nóg verder uithollen.
De ACM moet die overname verbieden.