Publiek steungeld voor lokale omroepen gaat grotendeels naar commerciële uitgevers

Minister Slobs steunfonds voor lokale media, 10,9 miljoen euro groot, bestond voor 7,5 miljoen uit publiek geld dat al eerder was geoormerkt voor lokale omroepen. Toch kregen die slechts 2,4 miljoen euro uit het steunfonds. De overige 6,9 miljoen uit de eerste ronde ging naar commerciële bedrijven: uitgevers van gratis huis-aan-huisbladen. DPG Media, de marktleider in betaalde én gratis kranten in Nederland, kreeg daaruit 1,8 miljoen euro voor zijn 65 resterende huis-aan-huistitels, na een ingrijpende sanering eind vorig jaar. De tweede ronde van 1,6 miljoen gaat geheel aan de lokale omroepen voorbij, zo blijkt uit de voorwaarden.

De verdeling van de eerste ronde vernam Ramaer’s Report van René van Zanten, de directeur van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ), dat het steunfonds beheert en de uitkeringen verricht. Van Zanten vindt het logisch dat het meeste geld naar de huis-aan-huis-uitgevers is gegaan. ‘Zij moeten kranten drukken en distribueren. Dat brengt hoge kosten met zich mee, die lokale omroepen niet hoeven te maken.’ Dinsdag 26 mei heeft minister Slob een wetgevend overleg met de commissie OCW van de Tweede Kamer over het al jaren slepende ‘Dossier Regionale en streekomroepen’.

Tijdens de eerste ronde aanvragen, die liep van 11 tot 20 april, keerde het SvdJ
9,3 miljoen euro uit ‘aan 181 lokale publieke omroepen en aan 410 huis-aan-huiskranten’, zo berichtte het Stimuleringsfonds, met een minimum van vierduizend euro per gehonoreerde aanvraag. De 2,4 miljoen voor de omroepen komt neer op gemiddeld ruim dertienduizend euro per omroep, de 6,9 miljoen voor de uitgevers op bijna zeventien mille per krantentitel. Het restant in het steunfonds van 1,6 miljoen euro gaat in zijn geheel voorbij aan de lokale omroepen, zo blijkt uit de voorwaarden voor de tweede ronde, die loopt van 15 tot 25 mei.

‘DPG voldoet aan alle voorwaarden’ voor de steun die het concern heeft gekregen, zegt algemeen directeur Local Media Jan van Dun in een schriftelijke reactie. Huis-aan-huis-uitgevers konden bij het SvdJ aanspraak maken op 66 cent per verspreide krant, en lokale omroepen op 33 cent per bereikt huishouden, zo bleek uit de voorwaarden voor de eerste ronde. De gratis DPG-kranten hebben een gezamenlijke wekelijkse oplage van
2,83 miljoen exemplaren. De 1,8 miljoen euro steun komt derhalve neer op net geen 64 eurocent per verspreide krant. BDUmedia, de nummer drie in de markt na DPG en NDC, ontving volgens directeur Heiko Imelman zo’n 330.000 euro steun voor zijn 31 titels met een totale oplage van 550.000 stuks: circa zestig cent per verspreide krant.

Voor alle gehonoreerde aanvragers dekt Slobs steunfonds slechts een fractie van hun werkelijke schade door de pandemie. ‘Wat wij ontvangen, maakt ongeveer een derde goed van de huidige verliezen op deze titels’, aldus Van Dun van DPG Media. ‘Huis-aan-huiskranten worden hard getroffen’ door de coronacrisis. ‘Diverse uitgevers staakten hun lokale media of brachten de frequentie terug. DPG laat alle titels normaal uitkomen, omdat gemeenten, verenigingen en stichtingen hiermee een groot deel van hun inwoners bereiken. Ook voor familieberichten zijn de kranten onmisbaar.’ Van Dun benadrukt dat DPG Media ‘uitsluitend een beroep [heeft] gedaan op het Tijdelijk Steunfonds Lokale Informatievoorziening’, zoals Slobs steunfonds officieel heet. Niet op enige andere corona-steunmaatregel.

Door de lockdown zagen lokale media pardoes 30 tot
70 procent van hun omzet verdampen

Slobs steunfonds was het eerste voor één sector, buiten de generieke steunmaatregelen voor alle bedrijven die omzet derven door de pandemie. Dat was geen toeval. Nederland telt 262 lokale omroepen en 220 uitgevers van gratis en meestal wekelijks verschijnende huis-aan-huis-bladen. Beide mediatypen zijn zwaar afhankelijk van inkomsten die door de lockdown vrijwel zijn opgedroogd. Plaatselijke ondernemers zijn massaal gestopt met adverteren. Publieke evenementen, zoals marathons en festivals, zijn afgelast, en daarmee ook de betaalde registraties waarmee lokale omroepen een belangrijk deel van hun omzet verdienen.

Lokale media zagen pardoes 30 tot 70 procent van hun omzet verdampen. ‘Alle lokale omroepen tezamen verliezen momenteel gemiddeld drie ton per week aan omzet’, zegt Marc Visch, directeur-bestuurder van de stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO). ‘Normaal gesproken is de gezamenlijke omzet van alle huis-aan-huisbladen zo’n honderd miljoen euro per kwartaal’, schat Roy Keller, voorzitter van de vereniging De Nederlandsche Nieuwsblad Pers (NNP), de brancheclub van de huis-aan-huis-uitgevers. ‘In de eerste twee kwartalen van dit jaar zal dat minimaal de helft minder zijn.’ En de advertentie-inkomsten lopen al jaren terug, met zo’n 5 procent per jaar.

Tegelijkertijd bewijzen de lokale media juist in deze crisistijd hun grote waarde voor de samenleving. Sinds de pandemie Nederland bereikte, trekken hun websites twee tot drie keer zoveel bezoekers als normaal. Nu hongeren die naar de laatste coronaberichten uit hun directe omgeving. Maar ook in normale tijden komen zij vooral voor het harde nieuws, zoals over de lokale politiek, zo blijkt uit een recent onderzoek. ‘Je staat heel dicht bij de mensen’, zei presentator Patrick Huisman van Dtv Nieuws, toen Nieuwsuur onlangs een kijkje kwam nemen bij deze Noordoost-Brabantse lokale omroep, en bij de gratis krant Arena Lokaal. ‘Ze zijn echt op zoek naar nieuws, zeker ook nieuws uit de achtertuin, en dat is wat wij brengen.’

‘Lokaal nieuws kun je alleen bij ons halen, en bij de lokale omroepen’

Huis-aan-huiskranten hebben geen nationaal en internationaal nieuws, ‘zoals landelijke en regionale kranten dat wel hebben’, zegt Heiko Imelman, directeur van BDUmedia in Barneveld, met 31 titels na DPG en het noordelijke NDC de derde uitgever van gratis kranten in Nederland. ‘Maar dat kun je ook krijgen via gratis kanalen als NOS.nl en NU.nl. Lokaal nieuws kun je alleen bij ons halen, en bij de lokale omroepen.’ De aandacht van Nieuwsuur was even zeldzaam – landelijke media besteden nauwelijks aandacht aan lokale media, terwijl zij die wel dagelijks als nieuwsbron gebruiken – als dik verdiend. Lokale media doen veel meer aan serieuze journalistiek dan algemeen bekend is, zo blijkt uit een rondgang door de sector van Ramaer’s Report (zie kader).


‘Wij gaan veel langer door’: lokale omroepen doen wel degelijk aan serieuze journalistiek

‘Plaatjesdraaiers met een kabelkrant’, die niet of nauwelijks eigen nieuws maken: dat is het beeld dat velen hebben van lokale omroepen. Ten onrechte, want enkele tientallen van de 262 lokale omroepen in Nederland bedrijven wel degelijk serieuze journalistiek. Hier volgen enkele voorbeelden.

  • Omroep Venlo onthulde onlangs dat het Venlose stadsbestuur ‘bijna alles fout’ deed bij het inhuren van de externe wonderdokter die het gat in de hand van de gemeente moest dichten: een tekort van 25 miljoen euro, ontstaan in twee jaar tijd. Het was de zoveelste in een jarenlange reeks van scoops en onderzoeken van deze lokale omroep. Vier keer is Omroep Venlo inmiddels uitgeroepen tot de Beste Lokale Omroep van Nederland. ‘Wij vallen bijna elk jaar wel in de prijzen’, zegt directeur Evert Cuijpers.
  • 1Twente trok twee jaar geleden landelijke aandacht met de actie Ik teken voor 80!, een mengeling van journalistiek en activisme om meer Enschedeërs naar de stembus te krijgen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Dat lukte: de opkomst ging van 42,5 naar net boven de 50 procent. Dat was mede het gevolg van de samenwerking met de regionale DPG-krant Tubantia: sinds 2015 runnen omroep en dagblad een gezamenlijke newsroom. ‘Als je het echt goed wil doen’, zei directeur Van Willigen in 2018 tegen de Volkskrant, ‘moet je de handen ineen slaan.’ Twee jaar eerder scoorden de partners met een onderzoek naar grondwateroverlast in Enschede. Hun meest recente gezamenlijke project is OmArm Enschede, een onderzoek naar de armoede in de stad. Ook heeft Van Willigen intussen de samenwerking met de regionale omroep RTV Oost aangehaald.
  • WOS Media deed samen met journalistencoöperatie Spit, het Rotterdamse online platform Vers Beton en de lokale omroepen SCHIE en OPEN Rotterdam onderzoek naar de Hoekse Lijn, een nieuwe metroverbinding tussen Rotterdam en Hoek van Holland die tientallen miljoenen duurder uitviel dan begroot. Het project werd mede gefinancierd door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. ‘Ook met andere verhalen komen wij heel vaak in het landelijke nieuws’, zegt directeur Aart den Haan. Vaak via de regionale Omroep West: ook Den Haan heeft een samenwerkingspartner. ‘Drie tot vier dagen per week zit een journalist van West bij ons op de redactie.’
  • Dtv Nieuws won vorig jaar een Lokale Media Award Nieuws voor de berichtgeving over het ongeluk met een elektrische ‘Stint’-bakfiets op een spoorwegovergang in Oss, waarbij vier kinderen omkwamen. Het was een calamiteit die massale aandacht kreeg van de landelijke media, en van de regionale Omroep Brabant. ‘Maar die waren spoedig na het ongeluk weer verdwenen’, zegt Eric Horvath, directeur van Dtv Nieuws. ‘Wij zijn veel langer doorgegaan.’ Iets soortgelijks zag hij gebeuren toen onlangs een achttienjarige jongen in Oss werd doodgestoken. De verdachte is een ‘statushouder’ uit Heesch, een vluchteling met een verblijfsstatus.

De overheid erkent dat ook, met woorden en daden. Minister Slob hamert in tal van Kamerbrieven op het maatschappelijke belang van lokale media. De lokale omroepen krijgen sinds 2000 publiek geld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), omdat dit ministerie hen beschouwt als essentiële hoeders van de lokale democratie – door burgers te informeren, en hun gemeentebestuurders te controleren. Slob trok daarnaast 7,5 miljoen euro extra uit, zo memoreert hij nog eens in zijn Kamerbrief over het steunfonds: 4,5 miljoen die voor 2020 ‘gereserveerd was voor versterking van lokale journalistiek via samenwerking tussen publieke omroepen’, en drie miljoen ‘voor het tweede (en laatste) pilotjaar van de versterking van lokale publieke omroepen’.

Al die miljoenen, geoormerkt voor lokale omroepen, heeft de minister nu ingezet voor het steunfonds. Net als 3,5 miljoen ‘die gereserveerd was voor de versterking van onderzoeksjournalistiek door het SvdJ’. Dat kwam Slob wel op kritiek te staan, zoals van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten. Maar bij de direct betrokkenen overheerst toch begrip. ‘De minister moest haast maken’, zegt Marc Visch. ‘Dan is het logisch dat hij geld inzet dat hij al heeft.’ Ook Evert Cuijpers, directeur van Omroep Venlo, heeft ‘waardering voor Slobs snelheid van handelen’.

‘Wat ik echt niet kan bevatten, is dat de uitgevers zoveel meer hebben gekregen dan wij’

Maar waarom gaat al dat publieke geld grotendeels naar commerciële uitgeverijen? ‘Laat ik voorop stellen dat ik heel blij ben dat er zo snel steungeld is gekomen’, zegt Eric Horvath, directeur van Dtv Nieuws. Zijn omroep ontving 45.000 euro uit het steunfonds. ‘Is dat genoeg? Nee, op geen stukken na. Voor ons is dat drie weken omzet. En wat ik echt niet kan bevatten, is dat de uitgevers zoveel meer hebben gekregen dan wij.’ Visch schrijft in een email dat hij het wel ‘heel opmerkelijk’ vindt hoeveel geld DPG Media heeft gekregen. ‘Noodlijdend zou ik het bedrijf niet willen noemen. Volgens mij was het steunfonds bedoeld om te voorkomen dat lokale media om zouden vallen. Ik vind dit wel een beetje een“Booking[punt]commetje”.’ Cuijpers heeft ‘moeite met de methodiek. Er is niet gekeken naar werkelijk gederfde omzet, noch naar journalistieke kwaliteit.’

Dat laatste bestrijdt SvdJ-directeur René van Zanten. ‘Alleen aanvragers die in voldoende mate serieuze journalistiek bedrijven, kwamen in aanmerking. Verder keken wij hoe actief zij online zijn. Met hun websites, en op Facebook.’ Maar de 181 lokale omroepen die steun hebben ontvangen, zijn er veel meer dan de kleine minderheid die journalisten in vaste dienst heeft. Van de 262 omroepen werken zo’n tweehonderd uitsluitend met vrijwilligers. Ook uit die groep heeft dus een aanzienlijk aantal geld uit het steunfonds gekregen. Dat steekt Horvath. ‘Zij hebben bijna geen reclame-inkomsten en daardoor nauwelijks last van de coronacrisis, en bedrijven ook nauwelijks serieuze journalistiek.’

Cuijpers en Horvath behoren tot wat zij gekscherend ‘de G7’ noemen: zeven lokale omroepen met jaarbegrotingen van ettelijke tonnen tot meer dan een miljoen euro, die er allemaal professionele redacties op nahouden. Naast Omroep Venlo en Dtv Nieuws zijn dat 1Twente, Studio040 in Eindhoven, Regio8 in de Achterhoek, WOS Media in het Westland en OOG in Groningen. Al deze zeven omroepen leveren een Lokaal Toereikend Media Aanbod, een NLPO-benchmark voor journalistieke kwaliteit.

De lokale omroepen lobbyen al jaren in Den Haag voor opname in de mediabegroting. Tot dusver vergeefs

Samen met de NLPO en andere grotere lokale omroepen, zoals AT5 in Amsterdam, OPEN Rotterdam, Den Haag FM en RTV Utrecht, lobbyt de ‘G7’ al jaren in Den Haag voor opname in de mediabegroting van minister Slob. Tot dusver vergeefs. ‘De huidige financiering en financieringssystematiek van lokale omroepen is niet geschikt om een volwaardige lokale omroep in stand te houden’, constateerden de Raad voor Cultuur (RvC) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in september vorig jaar in een ‘briefadvies’ aan de ministers Slob van Media en Ollongren van BZK.

Ollongrens ministerie stort ieder jaar ongeveer tien miljoen euro in het Gemeentefonds, dat het geld doorsluist naar de 355 gemeenten. Die worden geacht 1,28 euro per bereikt huishouden aan hun lokale omroepen uit te keren. Maar volgens het briefadvies hééft 10 procent van de gemeenten niet eens een lokale omroep, en geven die het geld dus aan iets anders uit, en betaalt 30 procent minder dan die 1,28 euro. Los daarvan, zegt Horvath, ‘kun je van 1,28 euro per huishouden ook in de grotere gemeenten geen fatsoenlijk journalistiek aanbod realiseren’.

Volgens de Algemene Rekenkamer heeft het Rijk niets te zeggen over de besteding van het geld. ‘Net zo min als de Tweede Kamer’, zegt woordvoerder Roel Geeraedts. ‘Hoe en waaraan dit soort gelden worden besteed, is geheel en al aan de gemeenteraden. Zodra ze in het Gemeentefonds belanden, zijn ze weg.’ Volgens Geeraedts komt het heel veel voor dat het Rijk bijdragen aan het Gemeentefonds probeert te oormerken. Zo zijn er de Regio Deals, die moeten zorgen voor bijvoorbeeld meer biodiversiteit in de noordelijke provincies, en in Twente voor meer techneuten die drones kunnen ontwerpen. ‘Maar de staat heeft dus niks te eisen over waar dat geld naartoe gaat. Het zijn de gemeenten die dat bepalen.’

De dertien regionale omroepen krijgen ieder gemiddeld 11,5 miljoen euro. De 262 lokale omroepen tien miljoen tezamen

In hun briefadvies stellen RvC en ROB ‘vast dat gemeenten – via de Algemene uitkering van het gemeentefonds – de vrijheid is gegeven om zelf te bepalen wat zij doen met de bijdrage die voor de lokale publieke omroep in de algemene uitkering is opgenomen’. Behalve dat veel omroepen te weinig geld krijgen, zijn zij voor hun huidige publieke financiering ook nog eens afhankelijk van dezelfde gemeenten die zij worden geacht te controleren. ‘Er zijn, zo bleek uit onze gesprekken, voorbeelden bekend van lokale omroepen die kwesties die met hun gemeente(n) te maken hebben, laten liggen, of pas oppakken nadat de financiering rond is’, schrijven RvC en ROB.

De dertien regionale omroepen krijgen tezamen 150 miljoen euro per jaar uit Slobs mediabegroting. Dat is gemiddeld 11,5 miljoen euro per omroep, in plaats van de jaarlijkse tien miljoen voor alle lokale omroepen tezamen. In hun briefadvies bepleiten RvC en ROB om ook de basisfinanciering van de lokale omroepen over te hevelen naar de mediabegroting van OCW, zodat die tenminste krijgen waar ze recht op hebben. De huidige gebrekkige subsidiëring, constateren beide raden, leidt tot een Verelendung van de lokale omroepen. ‘Als omroepen meer budget willen, moeten ze dat uit de markt halen’, aldus het briefadvies. ‘Er zijn gevallen bekend waar 70 procent van de inkomsten op die manier binnenkomt, wat tot een wankel businessmodel leidt. Het merendeel van de lokale omroepen mist echter de professionaliteit, en vaak ook het bereik, om veel uit de markt te halen.’

Dit brengt veel gemeenten in de verleiding te investeren in eigen ‘voorlichters en communicatiemedewerkers – in grote gemeenten kan dit oplopen tot 200’, en/of om zelf ‘zogeheten newsrooms op te zetten’ om de burgers te informeren over het gemeentelijk beleid. In zo’n context wordt het voor een ondergefinancierde lokale omroep ‘lastig om zijn controlerende en agenderende waakhondfunctie naar behoren te vervullen’, zeker als hij vooral op vrijwilligers draait. ‘Deze vicieuze cirkel dient doorbroken te worden voordat de lokale nieuwsvoorziening zover is verschraald dat ingrijpen bijna niet meer mogelijk is.’

‘In zes jaar praten zijn we bijna geen meter opgeschoten in Den Haag’, verzucht Aart den Haan van WOS Media

NLPO en zijn grotere leden gaan nog een stap verder dan RvC en ROB, onder het motto ‘dertig voor tachtig’. Slob zou ieder jaar dertig miljoen euro moeten vrijmaken in zijn mediabegroting voor tachtig nieuw te vormen ‘streekomroepen’, opgebouwd rond de beste en grootste lokale omroepen als ‘moederschepen’, met de kleinere locals in hun gebied als hun satellieten. Dat komt neer op 375.000 euro per omroep – nog steeds een bescheiden bedrag, vergeleken met de 11,5 miljoen per regionale omroep. Tot dusver leverde dit pleidooi niet meer op dan de 7,5 miljoen euro voor een paar jaren, die Slob nu heeft gespendeerd aan zijn steunfonds. ‘Zes jaar geleden zijn we met ons verhaal begonnen’, verzucht Aart den Haan, directeur van WOS Media. ‘Maar we zijn bijna geen meter opgeschoten.’

Twintig omroepondernemers besloten niet langer te wachten op de Haagse politiek, en zelf alvast een streekomroep te formeren. Een van hen is Flip van Willigen, directeur van G7-lid 1Twente, een krachtenbundeling tussen 1Twente Enschede en enkele andere lokale Twentse omroepen. Daarnaast begon hij een publiek-private samenwerking met het regionale dagblad Tubantia. Wat er vervolgens gebeurde, tekent de benarde situatie in lokale omroepenland. De gemeente Enschede ‘beloonde’ het initiatief door de verhoging van zijn jaarlijkse subsidie niet te verlengen. Verder liep de omroep inkomsten mis door de degradatie van FC Twente. Bij elkaar kampte Van Willigen, geheel buiten eigen schuld, ineens met een tekort van vier ton op een begroting van een miljoen euro. Een bankroet van 1Twente kon vorig jaar maar net worden voorkomen.

Van Willigen ging de pandemie in met een budget dat was geslonken tot 850.000 euro, waarvan de gemeente Enschede slechts een ton bijdraagt. ‘Door de lockdown derven wij maandelijks 35.000 euro aan inkomsten’, vertelt de directeur van 1Twente, dat nota bene drie keer is uitgeroepen tot de Beste Lokale Omroep van Nederland – in 2011, 2012 en 2019. Behalve 1Twente is ook WOS Media een schoolvoorbeeld van het ‘wankele businessmodel’ waar RvC en ROB voor waarschuwen. WOS Media krijgt slechts 85.000 euro subsidie, op een jaarbegroting van eveneens 850.000 euro. Voor dit coronajaar rekent Den Haan op een verlies van twee ton.

‘Eindhoven heeft er al jaren geleden voor gekozen liever wat meer te investeren als dat een echt goede lokale omroep mogelijk maakt’

Michiel Bosgra, directeur-hoofdredacteur van Studio040, verkeert in een heel wat gelukkiger positie. Op eenzelfde begroting als van 1Twente en WOS ontvangt hij ieder jaar vier ton subsidie van de gemeente Eindhoven, en nog eens vijftig mille van buurgemeenten Geldrop en Waalre. ‘Eindhoven heeft er al jaren geleden voor gekozen liever wat meer te investeren als dat een echt goede lokale omroep mogelijk maakt’, zegt Bosgra, voormalig verslaggever bij het NOS Journaal en RTL Nieuws. ‘Tijdens de pandemie heeft de gemeente ook extra communicatie bij ons ingekocht, voor zorginstellingen.’ Aan zulke producties voor derden verdient Studio040 twee ton per jaar. Reclame is goed voor de resterende twee ton. Bosgra verwacht dat die laatste post dit jaar tachtig mille lager zal uitkomen – minder dan 10 procent van zijn begroting, terwijl Den Haan bijna een kwart inlevert.

Dtv Nieuws werkt met een jaarbegroting van 1,4 miljoen euro, vertelt directeur Horvath, waarvan 650.000 euro uit subsidies komt en 750.000 euro uit de markt: advertenties en productiewerk voor derden. De omroep heeft 25 medewerkers in vaste dienst – journalisten, cameramensen, maar ook technici en account managers. ‘Onze grote journalistieke concurrent, de regionale Omroep Brabant, wordt voor 80 procent met publiek geld gefinancierd, en heeft 130 medewerkers in vaste dienst. Zij kunnen het nieuws veel sneller en vollediger brengen dan wij, en zijn ook online veel sterker.’

De miljoenen die zijn weggevloeid naar het steunfonds, maakten voor de meeste lokale omroepen het verschil tussen wel of niet kunnen investeren in verdere kwaliteitsverbetering. ‘Dtv Nieuws heeft 180.000 euro gekregen, waarvan wij onder meer een redacteur sociale media hebben kunnen aannemen’, vertelt Horvath. Full disclosure: de redacteur sociale media is de zoon van de auteur van dit artikel. ‘Voor dit jaar zitten wij goed. Maar als wij voor het eerste jaar goede resultaten konden laten zien – en dat kunnen wij: ons bereik op sociale media is aanzienlijk gestegen – , dan zouden wij voor 2021 wederom 180.000 euro krijgen. Dat was de afspraak met het SvdJ. Doordat het geld voor het tweede jaar naar het steunfonds is gegaan, is de pilot in feite bekort tot één jaar.’

Vijf van de ‘G7’ – 1Twente, Dtv Nieuws, Studio040, WOS Media en Omroep Venlo – kregen daarnaast nog subsidie uit de pot voor onderzoeksjournalistiek, omdat zij op dat vlak met elkaar samenwerken. Het ging om bescheiden bedragen – rond de twintig mille per omroep – , die niet eens altijd de werkelijke kosten dekten. Toch stelden die subsidies hen wel in staat om mensen vrij te maken voor langer lopende onderzoeksprojecten. Dat leverde heel wat concrete resultaten op, zoals het kader met voorbeelden laat zien. Maar ook dat geld is naar het steunfonds gegaan.

‘Ik ga er nog steeds van uit dat die potjes later dit jaar weer worden aangevuld’, zegt Marc Visch van de NLPO. De leiders van de ‘G7’ zijn daar minder zeker van, gezien de adembenemende bedragen die de overheid nu moet spenderen om de economische schade door de pandemie binnen de perken te houden. Hun even bescheiden als zwaar bevochten terreinwinst in Den Haag zou zo maar weer verloren kunnen gaan, vreest Michiel Bosgra: ‘Wij maken ons wel zorgen over de komende tien jaar.’

 

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -