Voor Vrij Nederland online | Publicatiedatum: dinsdag 22 december 2020
De Nederlandse dagbladmarkt is in tien luttele jaren bijna volledig opgerold door twee Vlaamse uitgevers: DPG Media, voorheen De Persgroep, en Mediahuis. De recente overname in november door Mediahuis van uitgeverij NDC voltooit deze verovering. ‘Kartelwaakhond’ ACM ziet ‘geen negatieve gevolgen’ voor de lezers en voor de vrije mededinging. Klopt dat wel? Dit is het eerste deel van een onderzoek door collectief Spit naar het Vlaamse duopolie in Nederlandse kranten.
Soms krijgt Hans Schoolenberg het gevoel dat in Nederland niemand nog oprecht begaan is met papieren kranten. Tijdens de congressen van WAN-IFRA bijvoorbeeld, de vereniging waarin drukkers en uitgevers van dagbladen van over de hele wereld kennis en ervaring met elkaar uitwisselen. ‘Daar zie ik bijna geen Nederlandse collega’s meer. Zelfs niet toen we in de RAI bijeenkwamen.’
Schoolenberg was jarenlang directeur van Luna Negra, een succesvolle drukkerij op coöperatieve grondslag, die vooral werkte voor linkse activisten in Nederland, Afrika en Latijns-Amerika. Sinds de verkoop van Luna Negra in 1997 werkt hij als adviseur en interimmer voor vrijwel alle drukkers en krantenuitgevers die ertoe doen in Nederland en elders in Europa.
In 2013 huurde NDC mediagroep, uitgeverij van onder andere Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant, hem in om de drukkerij van deze noordelijke dagbladuitgever van een omvangrijke kostenpost om te vormen tot een zelfstandig profit centre. Dat lukte redelijk snel, zonder grote investeringen.
‘We hebben hem in feite omgebouwd tot een handelsdrukkerij die ook kranten maakt.’ Zo ging NDC ook een deel van de oplage drukken van landelijke kranten als De Telegraaf en Metro. Voor Schoolenberg was het zonneklaar wat de volgende stap had moeten zijn voor het financieel benarde NDC. ‘NDC had van DPG Media De Stentor moeten overnemen’, de regionale krant voor de streek rondom de as Zwolle-Apeldoorn. ‘Voor DPG is dat een moeilijke titel, minder winstgevend dan bijvoorbeeld de Twentse Tubantia. Voor NDC sluit het verspreidingsgebied van De Stentor juist mooi aan op dat van de eigen titels Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden. Bovendien raakt de NDC-drukkerij dan nog beter bezet.’
VLAAMSE DUOPOLISTEN
Het liep anders met NDC. In september viel de enige overgebleven tegenspeler van formaat in handen van de Vlaamse duopolisten die vanaf 2003 de complete Nederlandse dagbladmarkt hebben opgerold: Mediahuis en het veel grotere DPG Media, voorheen bekend als De Persgroep.
Alle Nederlandse media-autoriteiten gaan braaf mee in het frame dat de twee duopolisten hen al jaren voorhouden.
De Autoriteit Consument & Markt deed de verdwijning van de laatste zelfstandige krantenuitgever van Nederland af als een hamerstuk. De ‘waakhond’ over de vrije mededinging in de Nederlandse economie gaf op de laatste dag van november zijn goedkeuring aan de overname van NDC.
‘NDC is een relatief kleine speler op de dagbladenmarkt’, oordeelde de ACM. ‘De overname heeft geen gevolgen voor lezers en zal geen negatieve gevolgen hebben op de prijs, kwaliteit en innovatie in de sector.’
DODE BOMEN
Toenemende machtsconcentratie in het bedrijfsleven is al jaren een wereldwijde trend, zo rapporteerde bijvoorbeeld het Internationaal Monetair Fonds in april 2019 in zijn periodieke World Economic Outlook. Het IMF leest the rise in corporate market power, zoals het Fonds het beestje bij de naam noemt, af uit de gestage groei van de price markups. Vrij vertaald betekent dit dat bedrijven ongestraft hun prijzen kunnen blijven verhogen, en daarmee hun winstmarges, bovenop de maak- en verkoopkosten van hun diensten en producten.
Dit fenomeen is het meest zichtbaar in de techsector (Apple, Amazon, Google, Facebook), maar ook ‘redelijk breed gespreid’ over de rijkere economieën en verschillende bedrijfssectoren, schrijft het IMF. ‘Verdere toename van de marktmacht van deze toch al machtige bedrijven’ kan onder meer ‘de investeringen uithollen, innovatie ontmoedigen’ en de inkomenskloof tussen de werkende en de bezittende klasse nog groter maken.
Niettemin begeleiden de ACM en zijn voorganger NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit) de Vlaamse opmars op de Nederlandse krantenmarkt hoofdzakelijk door langs de kant met vlaggetjes te zwaaien. Alle Nederlandse media-autoriteiten gaan braaf mee in het frame dat de twee duopolisten hen al jaren voorhouden: exploitanten van oude media zoals papieren kranten móéten wel samenklonteren om de noodzakelijke ‘digitale transitie’ te kunnen betalen, en de nieuwe media het hoofd te bieden, Google en Facebook voorop.
Zo vraagt het Commissariaat voor de Media zich in zijn meest recente Mediamonitor over 2018-2019 hardop af of beperking van machtsconcentratie per mediamarkt, ‘bijvoorbeeld de dagbladenmarkt’, nog wel ‘de juiste manier is om onafhankelijkheid en pluriformiteit van het media-aanbod te waarborgen’. Het Commissariaat lijkt de kranten, die ‘dode bomen’, al te hebben afgeschreven – en daarmee ook hun honderdduizenden lezers.
ENORM BEREIK
Waarom is een raadsel. De papieren krant mag dan al twintig jaar lang wereldwijd betalende lezers en, nog sneller, adverteerders verliezen, het is en blijft een van de meest invloedrijke mediavormen. Marktleider DPG Media claimt dagelijks 3,41 miljoen Nederlanders te bereiken met zijn papieren dagbladen, en 4,9 miljoen met de digitale varianten daarvan. De laatste categorie groeit hard, maar is nergens zonder de eerste. Twee van ‘de grote vier’ Nederlandse digitale ‘nieuwsmerken’ zijn van oorsprong papieren kranten: AD.nl, de nummer twee, en Telegraaf.nl, de nummer vier – NU.nl is de grootste, NOS.nl de nummer drie.
In de top tien zitten nóg twee gedigitaliseerde kranten: Volkskrant.nl (6), van DPG, en NRC.nl (7), van Mediahuis. Alleen die twee bereiken ieder al zo’n drie miljoen mensen per maand, een veelvoud van wat puur digitale nieuwkomers halen, zoals Follow the Money en de Correspondent. Niet slecht voor ‘dode bomen’.
De regionale overlevers danken hun voortbestaan aan fusies en overnames tussen titels en uitgevers.
Dat enorme bereik is niet los te zien van hun inhoud. Geen enkel ander platform biedt zo’n hoge dichtheid aan serieuze, onafhankelijke journalistiek als de krant. Het achtervoegsel .nl is een verlenging van die traditie, geen vervanging. Tijdens de eerste coronalockdown zagen de digitale varianten van de Nederlandse kranten hun bereik met tientallen procenten toenemen. Voor de burger behoren die oude printtitels met hun professionele redacties kennelijk nog altijd tot de betrouwbaarste nieuwsbronnen – zeker in tijden van nood.
Dat geldt ook in de provincie, het domein van NDC. Wereldwijd hebben regionale dagbladen het hardst geleden onder de gestage erosie van de papieren krant. Op Wikipedia staat een lijst met Nederlandse dagbladen die zijn weggefuseerd of opgeheven. Van de 64 verdwenen titels waren er 53 regionaal. Ze zijn namelijk duurder om te maken dan landelijke kranten, omdat iedere titel bestaat uit een reeks verschillende edities voor de deelregio’s binnen zijn verspreidingsgebied. Tegelijkertijd brengen ze minder op omdat hun betaalde oplagen veel kleiner zijn.
De regionale overlevers danken hun voortbestaan aan fusies en overnames tussen titels en uitgevers. Voor hun lezers bracht die samenklontering minder keus en een gestage krimp van het aantal edities en redacties, vooral op stads- en streekniveau. Van 1936 tot 2013 hadden de Nederlandse regionale kranten hun eigen, gezamenlijke persbureau voor het landelijke en buitenlandse nieuws. De opheffing van deze GPD (Geassocieerde Persdiensten) was een rechtstreeks gevolg van de concentratie op de dagbladmarkt.
De toenmalige marktleider op het gebied van regionale dagbladen, de uitgeverij Wegener, was in 2013 zo groot geworden dat het bedrijf zich een eigen persdienst kon veroorloven, waarin ook de uitgeverij van De Limburger participeerde. De twee kregen daardoor volledige redactionele controle. Bovendien was de eigen dienst goedkoper dan meebetalen aan de GPD. Toch was de nieuwe persdienst geen lang leven beschoren. In 2014 werd De Limburger opgeslokt door Mediahuis, en Wegener een jaar later door DPG Media. Sindsdien betrekken bijna alle Nederlandse regionale kranten hun niet-regionale kopij van landelijke kranten van de Vlaamse duopolisten.
UIT HET AD
NDC heeft over de inhoud een deal met DPG Media. Een steekproef met de Leeuwarder Courant op twee willekeurige data – zaterdag 12 en woensdag 16 september 2020 – leert dat een derde tot meer dan 40 procent van de kopij in het eerste katern van deze krant, met het belangrijkste binnen- en buitenlandse nieuws, van DPG komt, en dan vooral uit het AD.
In het zaterdagse sportkatern is dat 38 procent. Zelfs in de Friese katernen Sneon & Snein (zaterdag & zondag) en Fryslân komt nog altijd respectievelijk 10 en 19 procent van de redactionele kopij uit de DPG-stal. Voor de lezer is dat niet te zien, want de herkomst staat niet bij de artikelen vermeld. Voor het Dagblad van het Noorden zullen die percentages grofweg gelijk zijn. Opvallend genoeg lijkt de kleinste betaalde NDC-krant, het Friesch Dagblad met zijn oplage van tienduizend stuks, uitsluitend eigen kopij te bevatten, zelfs over een typisch landelijk onderwerp als de troonrede. Ter vergelijking: de Leeuwarder Courant heeft een betaalde oplage van zo’n zestigduizend stuks per dag, het Dagblad van het Noorden ongeveer tachtigduizend.
EVEN DUUR ALS DE VOLKSKRANT
Hoewel een belangrijk deel van de kopij in deze kranten niet door de eigen redacties is gemaakt, zijn zij even duur als het AD of de Volkskrant: wie zes dagen per week een papieren Dagblad of Leeuwarder thuisbezorgd wil krijgen, betaalt daarvoor zo’n 350 euro per jaar. De hoge kosten van fijnmazige regionale nieuwsvoorziening schreeuwen eenvoudigweg om digitalisering. Juist de regionale kranten lopen daarin achter op hun landelijke grote broers. Zo bieden hun uitgevers pas sinds kort puur digitale abonnementen aan, voor circa zestig tot honderdtwintig euro per jaar.
‘Regionale kranten gedijen wereldwijd het beste in puur regionale uitgeverijen.’
Dat is de stand van zaken sinds DPG Media in 2015 Wegener overnam, Mediahuis De Limburger in 2014, en de Telegraaf Media Groep vijf regionale titels in 2017. Erger kan het niet worden: misschien is dat wat de ACM bedoelde toen die in de overname van NDC door Mediahuis ‘geen gevolgen’ zag voor de lezer en ‘geen negatieve gevolgen’ voor ‘prijs, kwaliteit en innovatie in de sector’. Maar zelfs dan steekt de ‘waakhond’ zijn kop in het zand. Verdere machtsconcentratie maakt de situatie juist wél erger, tonen talloze studies als die van het IMF aan. Zeker in de regionale journalistiek biedt omvang geen garantie op betere journalistieke kwaliteit. Integendeel, getuige het Friesch Dagblad.
‘Regionale kranten gedijen wereldwijd het beste in puur regionale uitgeverijen’, weet Hans Schoolenberg uit eigen kennis en ervaring. Uitgevers van landelijke kranten hebben te weinig affiniteit met de eigenaardigheden van de regionale nieuwsvoorziening. Zij zien regionale kranten vooral als vehikels voor verdere bezuinigingen, door ontslagen en sluiting van drukkerijen, waarmee zij het gestage verval van de papieren krant hopen vóór te blijven.
De enige ‘innovatie’ die de NDC-lezers nu tegemoet kunnen zien, is dat de AD-kopij in hun kranten een keer vervangen gaat worden door artikelen uit De Telegraaf, Mediahuis’ Nederlandse vlaggenschip. Dat had heel anders kunnen lopen als opeenvolgende directies en grootaandeelhouders van NDC er niet zo’n potje van hadden gemaakt.
Daarover in het volgende deel van dit vierluik meer.
Waardeer dit artikel
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.